Iedereen heeft wel een jas, een jas die hij of zij af en toe eens aan de kapstok moet hangen. Om dat te kunnen hebben de meeste jassen en vesten wel een voorziening aan de achterzijde ter hoogte van de nek. Die voorziening noemen wij een lits.
Nu was die lits van Lucs jas stuk en kon hij die niet meer ophangen wat er op de evenementen onvermijdelijk toe leidt dat die jas op de grond wordt gegooid. Luc vroeg me dus om de lits van zijn jas te herstellen.
En terwijl ik toch bezig was, zo zei hij, had hij ook graag gehad dat ik het gespje achteraan zijn pet vastnaaide want dat kwam altijd los.
Ik zorgde eerst voor de pet, het klakske. Toen dat klaar was, stak ik het hem toe. Hij zette het op zijn hoofd, keek beduusd en begon te zeggen: “maar dat is te kl…” toen zijn gezicht ineens opklaarde en hij vervolgde: “maar ik heb mijn koptelefoon nog op.
Wat die lits van die jas hierbij komt doen? Die diende enkel ter inleiding.
Rob Alberts
Een rits ken ik, maar een lits is nieuw voor mij.
Weer iets geleerd.
Rit, lits, iets …..
Vrolijke groet,
Benjamín
Het woord lits kende ik ook niet en aangezien de nieuwste Dikke Van Dale het ook niet vermeldt, vermoed ik dat een een dialectwoord moet zijn. Het Nederlandse woord voor dat dingetje is een lus.