We hadden het weer getroffen. We waren om halfzes opgestaan om zo snel mogelijk in de auto te springen en zo vroeg mogelijk op de locatie van de rommelmarkt aan te komen.
Dan rijden we de steenweg op en er rijdt één auto voor ons. Rijden? Hij kroop.
Met onze volgeladen auto ging Luc geen toeren uithalen. Maar op het ronde punt reed die auto haast gewoon rechtdoor. “Natuurlijk gaat hij naar links” foeterde Luc terwijl wij ook naar links reden. De auto reed zo traag en aarzelend dat het gevaarlijk werd. We moesten de onze bijna in achteruit zetten.
“Hopelijk moet hij onze richting niet uit” duimde ik bij het volgende rond punt. Hij ging onze richting uit.
“Het zou te gek zijn moest hij nu ook links afslaan” bedacht ik luidop. Hij sloeg niet linksaf maar reed aarzelend rechtdoor. Wij reden de straat in en ik keek in de achteruitkijkspiegel. De auto stopte. Die was dus verkeerd gereden.
“Durf je wedden dat hij ook naar die rommelmarkt gaat” zei ik tegen Luc. Luc keek ongelovig en vond het echt wel ver gezocht.
We kwamen aan, toch nog mooi vroeg en kregen een plaatsje toegewezen.
En wie kwam daar aangetuft? En waar kregen die een aansluitend plaatsje?
Gelukkig waren het aardige mensen.
Matroos Beek
Haha… grappig!
ms
Vonden wij niet zo. Hij was 80 en volgens zijn vrouw werd hij onzeker met de auto.
Zij wou eigenlijk liever stoppen met rommelmarkten.
Maar wij zijn echt bespookt. Daarnet weer. Deze keer een tractor en dus deden we 25 minuten over een traject dat we er anders op 10 minuten doen.