Logisch gezien stond deze tweedaagse ook op de agenda als één dag, net zoals we het vorig jaar deden: eerst naar het museum, daarna naar de Lotto Zesdaagse in ’t Kuipke.
Maar toen kwam er het bericht van een boekenverkoop voor het goede doel de dag nadien, waar we toch telkens naartoe willen en die was daar wat in de buurt, nu niet direct in Gent, maar toch dichtbij genoeg om het onnozel te vinden om heen en weer te rijden.
Dus gooiden we de planning om, waardoor we eerst de Zesdaagse zouden doen, overnachten en dan de volgende dag het museum en later de boekenverkoop.
Plots spraken ze in de media over samenkomsten van taxichauffeurs en raadden ze aan om het openbaar vervoer te nemen en dat zat er voor ons niet in. We zouden vroeger vertrekken, hadden geen last van taxichauffeurs en stonden veel te vroeg aan de andere kant van Brussel. We hebben dan maar een Kringwinkel of twee vooraf gedaan, zijn ingecheckt in het hotel en reden door naar het centrum.
Eigenlijk begon het lekker. Ik had al lang zin in zo’n broodje met braadworst. Wat ik minder prettig vond is dat we zo’n soort festivalkaart dienden te gebruiken, waar je dus nooit het exacte bedrag kan op zetten. Maar die braadworst heeft me gesmaakt en ik probeerde nog een alcoholvrij bier dat ik niet kende: “Flandrien Super 800”. Een beetje een speciaal smaakske maar ook best lekker.
Ik dacht: “Het kan hier niet meer stuk”. Dat kon het wel, alhoewel “stuk” een groot woord is.
We zaten namelijk op dezelfde plaats als vorig jaar en dat was toen perfect verlopen. Nu? Die rij mannen die naast ons was komen zitten, waren al vóór de pauze vertrokken. Daardoor besloten de drie, voor ons zittende, rijen dat onze rij de ideale doorgang was om zich naar sanitaire voorzieningen en/of standjes te begeven.
Tijdens de pauze is daar, naar mijn gevoel, zeker de helft van de aanwezigen gepasseerd terwijl ik mijn knieën in mijn nek moest leggen, het is er nogal smal. Er was ook die vent die mijn schouder dan maar als steun ging gebruiken.
Op zeker ogenblik weigerde mijn artrosige heup zich nog te plooien. Ik vroeg of ze even wilden wachten zodat ik uit de weg kon gaan. Dat wilden ze niet.
En dan moesten die nog allemaal terug ook. Daarvoor was ik naast Lucs zitje -dat was het laatste van de rij- gaan staan. En toch, toch was er nog ene die met zijn twee handen mijn lenden vastgreep in het voorbij schuifelen. Die heeft het geweten, al heb ik geen woord gezegd. Ik heb zijn twee handen vastgepakt en weggeduwd. Hij heeft mij scheef bekeken, al was dat bijlange zo scheef nog niet als ik hem.
Na de pauze is het niet rustig meer geworden. Het werd een heen en weer van jewelste. Ik kon me echt niet meer concentreren op de wedstrijd zelf want bij de kleinste onderbreking ben je niet meer mee. Je moet het echt wel volgen.
Luc zei: “Als we volgend jaar komen zou ik voor zondag kiezen”. Ik antwoordde: “Als we volgend jaar nog komen”.
Terug in de parking konden we niet weg. Zo goed als de volledige verdieping van de parkeergarage stond vast in een file omdat er ene -de slimste thuis waarschijnlijk- niet betaald had aan de automaat en dacht dat hij dat even aan de bareel kon doen. Het was toen bijna twee uur ’s nachts.
Aan het hotel weigerde de scanner van de bareel en nam Luc maar een nieuw ticket, dat zouden we wel regelen aan de receptie.
Maar wat erger was, de parkeergarage stond afgeladen vol en wij hadden die parking al betaald. Ik liet Luc en auto achter, sprong in de lift, greep de brave manspersoon aan die receptie bij de lurven en die kon echt niet geloven dat die parking vol stond.
Wij liften naar beneden, hij liep de parking rond. Er was geen plaats. Maar wat bleek? Er was nog een stuk garage waar geen kat, laat staan een auto, aanwezig was. Compleet leeg was die.
De uitleg was simpel … als je het weet en als je de garage kent dan toch. Want als je op -1 beneden komt wijst de pijl naar rechts, links loopt het -ogenschijnlijk- dood. Dan ga je naar -2 en nergens is nog een plekje vrij.
De gag -achteraf gezien is dat wel een gag ja- zit hem in die groene pijl, waar de pijl die naar links wijst, niet functioneerde. En dat in het donker. Dus elke parkeerder was daar braaf naar rechts gedraaid. Wij dus ook.
Daar heb ik ’s morgens, met het licht aan, maar even een foto van genomen.
(Lees verder onder de foto)Dù-ùs conclusie? Het was echt wel heel plezant daar niet van, maar de minpunten wogen en wegen te zwaar in de overweging om volgend jaar terug te gaan. Zelfs Luc houdt rekening met een uitgesproken “neen” als hij zegt: “Als we volgend jaar terug gaan …”
Het probleem is niet dat ik uitgesproken “neen” zeg of zal zeggen. Helemaal niet. Ik zou staan springen om te gaan als hij daar ergens een zitje vindt waar niet de halve velodroom over mijn knieën moet.
Peter Grey
Al met al dus toch een geslaagde uitstap. Kunnen er geen genummerde zitplaatsen worden gereserveerd, zoals in de meeste theaters?
ms
Wel ja, achteraf gezien was het wel geslaagd te noemen, ondanks alles. Waarschijnlijk boeken we straks al terug. Dat kan vanaf 10u.
De zitjes zijn genummerd en je bestelt je gewenste zitje. De eerste keer waren we er relatief laat bij en moesten ons wat tevreden stellen met wat overbleef.
Maar kijk, wij vonden die zitjes perfect, zo hoog en op het eind van een rij. En we hadden nergens last van.
Het kwaad -als je dat zo kan noemen- kwam doordat de zitjes aan mijn rechterkant wel ingenomen waren maar dat die mannen lang vóór de pauze hun schup al afgekuist hadden waardoor er echt wel meer dan een halve rij onbezet was.
En gezien de smalle kant van die rijen, vonden de mensen van de rijen vóór ons dat dus de ideale doorgang naar de wc en de eet- en drankstanden.
En dat was niet grappig, niet plezant en uitermate storend omdat dat niet enkel en alleen tijdens de pauze zo was maar een constant weg en weer geloop als gevolg had.
meninggever
Reden te meer om na dit blog gelezen te hebben nooit meer naar een stadion te gaan voor bekijken van dit soort dingen. Een concert kan nog net, mits niet te hoog, wat ik al eens beschreef. Maar ook wij maakten wel eens mee dat plaatsen waar wij zaten in een stadion net de verkeerde waren, of dat je naast of voor types kwam te zitten die je in je normale leven compleet zou mijden. Ik kijk nu wel op de TV of het www hoe wedstrijden verlopen/liepen….