Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Het mysterie van de verdwenen meeuwen

Het is jammer, maar het bewijs hebben we niet op film gekregen. Erg jammer want anders had dit verhaalke hier al twee weken geleden kunnen staan.

Toen waren Slow en mske eens een stappeke gaan zetten en kwamen via het waterzuiveringsstation terug. Ik ga dat gedoe met die eigenaardige weggetjes en paadjes niet meer uit de doeken doen, maar in elk geval, daar waar ze de gebetonneerde veldweg afgingen in het aarden paadje lag wat. Allemaal witachtige donzige dingen. “Oei” dacht mske “hier heeft zich precies een drama afgespeeld. Wat verder in het aarden weggetje lag een leeg omhulsel van wat ooit eens een dier moet zijn geweest. Het was plat. “Een echte massacre” dacht mske.

En toen kwamen ze aan de afspanning van het waterzuiveringsstation en mske verstarde en stond stokstijf en siste tussen haar tanden tegen Slow die twee passen achter haar kwam: “een vos!”

Slow begon zijn paternoster te lezen, wat wil zeggen dat hij op zulke momenten in zichzelf begint te mompelen, zoals: “allee, en ik heb de camera net in de tas gestoken en nu moet ik die nog pakken en lap, nu zit mijn portefeuille nog vanboven”. Je kent dat wel, zo een beetje in zichzelf maar toch luidop staan denken.

mske had al een stap achteruit gedaan, de wind kwam uit de goeie richting. De vos stak zijn neus in de lucht. Snoof hij? Keek hij? En Slow snorde verder. mske maakte een beweging met haar hand dat hij moest zwijgen.

Wat het beest heeft afgeschrikt? Ze weten het niet. Was het toch de geur? Was het mskes handbeweging? Was het Slow’s gepaternoster? Wie zal het zeggen. Want net toen Slow met de camera in aanslag stond en mske terug richting vos keek, was er geen vos meer.

Er was wel een gat in het gebladerte van de struikjes binnen de omheiding. Er was ook een gat in het paadje zelf, recht naar beneden en wat verder was er nog een gat onder de omheining door.

Wat opviel? Er waren geen meeuwen. Die zijn daar nochtans meestal in grote getale aanwezig maar toen geen enkele. Nochtans, het was geen meeuw die Slow en mske daar zo op het paadje hadden zien liggen. Hebben die nu de schrik van hun leven gepakt en zijn ze er van onder gemuisd? mske denkt in ieder geval van wel.

De volgende dag reden Slow en mske op naar de veertien weken. En op een andere plaats lag weer wittig dons en ook weer een leeg overblijfsel. mske denkt dat het katten zijn. Veldkonijntjes zijn niet zwart en wit gevlekt. mske denkt dat de boerderij daar wat verder zich ondertussen wel zou kunnen afvragen wie of wat hun kattenbestand zo uitdunt.

Ik wou dat op het blog zetten, maar mske zei dat ze eerst gingen proberen die vos toch nog op film te krijgen. Weet je wat? Ze hebben het niet eens meer geprobeerd. Gisteren wilden ze nog eens langs daar passeren, maar ze zijn uiteindelijk naar een bron gaan zoeken die hier blijkbaar ergens is.

Jaaaaaa! Dan zullen ze zeker geen vos meer tegen komen.

Previous

De strijdkreet

Next

Kiekebilski, ja dat smaakski

10 Comments

  1. Hmm…heel toevallig lag er de laatste keer dat ik in de Gorzen was, toen ik m’n camera dus niet bij me had, een dode kat…eigenlijk nog goed herkenbaar (ik denk verdronken) maar eigenlijk ook niet, want hoewel zijn ( zwarte) lijfje nog goed herkenbaar was, waren zijn voetjes en bekje alleen nog witte geraamtes..hartstikke aangevreten door ratten denk ik..van die mooie beesten als vossen lopen hier niet! Heel ander verhaal dus..en die kat hier was niet op de meeuwen van het zuiveringsstation uit…er lopen daar in de Gorzen allemaal kippen los rond…heb er ooit nog weleens eentje onder m’n auto gehad…die overigens doodleuk aan de andere kant er onderuit kwam, haar veren losschudde en weer verder ging met in de grond pikken alsof er niks gebeurd was hahaha!
    Maar een mooi verhaal…en túúrlijk heb je op zulke moments suprème nóóit je camera bij de hand…ik ken dat!

  2. Amai, en zulke (wrede, doch puur natuur-)taferelen kom je altijd tegen als je de camera niet voorhanden hebt. Zul je steeds zien. Vossen zijn sluw en schichtig, altijd al geweest, het antwoord zul je nooit te weten komen wat het diertje juist heeft opgeschrikt. Maar ‘het ‘gepaternoster’ van Slow, vind ik grandioos … ! Tot de volgende hé …

    Zwaai zwaaaaaaaaaaaai … !

  3. ms

    De vos was hier ook uitgestorven maar jaren terug werden er terug uitgezet. Waar we toen woonden ging dat dan over zes drachtige wijfjes.

    Of ze dat hier ook deden weet ik niet, maar in elk geval blijkt de vossenpopulatie nu terug te zijn.

    Nu zal je zien dat die vos zich niet meer zal laten zien, nu Slow telkens de camera zal vast hebben.

  4. Hahaa..nee tuurlijk niet…net als dat ijsvogeltje hier hè! de rotzakken!

  5. ms

    Vanavond rijden we weer langs daar naar de 14 weken. Maar dan komen we van de verkeerde kant t.t.z. we moeten éérst al die gaten voorbij éér we aan die struikjes komen. Tegen dan heeft die al lang de lucht in zijn neus en denkt ie: “daar heb je die wapperende paternosters weer”.

  6. amai wrede dingen spelen zich daar af
    een vos die katjes eet, ik dacht dat die op kippen verzot was

    de 14 weken is dat jullie stamcafé?

  7. ms

    Neen! Dat zijn de veertien weken van Landen. Omwille van 800 jaar landen is er elk weekend wat te doen.

    En stamcafé hebben we niet, maar moesten we er eentje hebben dan zou het daar wel op de hoek zijn.

  8. bea

    Het zal er altijd omdoen, maar wie loopt nu constant met zijn camera aan de hand?? Dat paternosteren is een giller Dat woord mag in de woordenboeken komen, hahaha.

  9. Gettie

    Aha, ik zie nu pas dat er nieuwe “visitekaartjes” zijn uitgedeeld of toebedeeld of uitgeloot, ferm hip en trendy.

    Jammer dat het foxy vosje foetsie was en dat Slow hem/haar niet heeft kunnen vereeuwigen. Volgende keer een pij aan en echt paternosteren en die van Assisi nadoen Slow, wedden dat het vosje je naloopt en dat de buurtpoezen gespaard blijven.
    Groot PS voor Sloef : Binnenblijven hé !

  10. ahzo, proficiat met 800 jaar Landen

Laat een reactie achter bij msReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén