Juwelen! mske en juwelen!

Toen ze twee was liet haar tante gaatjes in haar oren maken. Een heel verre herinnering aan een man met een stopnaald, meer is er niet van over gebleven. En natuurlijk ook de zilveren oorringetjes die mske sedert die tijd droeg.

Ze kreeg gouden oorringen op haar twaalfde. En toen gingen die zilveren kinderdingetjes uit. En de ellende begon. mske kon die gouden oorringen niet verdragen en die belandden in een doosje. Jaren later gaf moe die maar aan boosaardige zus gegeven want die kon daar wel tegen. Die ging daarmee zwemmen en die gouden dingen werden zwart.

Toen “hét” voorviel, gingen al de juwelen uit, met uitzondering van de Noorse ring en nog twee andere zilveren. Ondertussen had ze twee van haar vroegere ringen terug in gebruik en nu zijn er toch weer maar twee vingers meer vrij.

Toen ze gisteren bij Zus was, begon die over de dingetjes die ze ooit van mske had gekregen. Een gouden watermanneke, het armbandje bij haar geboorte, het armbandje van haar plechtige Communie en ze haalde die dingen voor de dag en zei, met spijt in haar stem, dat het watermanneke verloren was. En plots vroeg ze mske waarom ze toch weer die gaatjes in haar oren had laten dichtgaan. Maar mske had jaren geen oorringen gedragen omwille van de sport. Ze vond dat te gevaarlijk.

Maar vannacht om twee uur was ze nog erg wakker en wou die ringen en haar oorringen hebben, die ze onmiddellijk vond. En vanmorgen zat ze te prutsen met die zilveren kinderoorringetjes. Die echt gouden die ze al tien jaar heeft, vind ze niet echt staan bij haar. Slow moest, dik tegen zijn zin, een handje toesteken. En de gaatjes waren niet dicht, maar nu zit mske hier met warme oortjes.