In dat bepaalde hotel heb je bij het ontbijtbuffet een stapel pannekoeken en daarnaast een warme plaat om die pannekoeken warm te maken natuurlijk.

En dat stond ik te doen toen ineens een klein jongetje opdook en naast mij, op zijn elleboog geleund, naar die opwarmende pannekoeken stond te kijken.

“Wil jij er ook?” vroeg ik om toch maar iets te zeggen en daar niet zo stom te staan. Hij knikte ja.

Ik nam mijn bord en liep richting tafel. De kleine liep weg.

“Wat krijgen we nu?” vroeg ik me af.

Even later kwam hij terug, vergezeld van -waarschijnlijk- zijn vader.

Mijn tafelgenoten lachten: “hij dacht zeker dat jij die ging bakken”. En ik had daar op dat ogenblik toch een klein beetje een slecht geweten over. Zouden die vijf minuten er nu toe gedaan hebben?

Later dacht ik: “eigenlijk wel”, want gezien het vroege uur is mijn tijd om te ontbijten echt wel scherp uitgemeten.