Zo gezegd, zo gedaan.
Die honing zat me dwars. Niet dat dat levensnoodzakelijk is, maar sedert ik nu meer dan een jaar geleden las dat honing met kaneel goed is voor de maag en dus begon met ’s morgens bij het ontbijt een lepeltje honing met kaneel te nemen heb ik nooit nog last van mijn maag gehad.
En nu was die honing zo goed als op, versneld door die twee verkoudheden die we te verwerken hadden gekregen, waarbij we ook telkens wat honing in de thee hadden gedaan. Ach, dacht ik, ik zou het wel overleven. Want ik had wel al een imker gezocht, maar zoals ik eerder al zei: “Honing is een luxeproduct“.
“Zou het kwaad kunnen … begon Luc vrijdag. “… dat we vanavond tegen sluitingstijd eens langs de Colruyt passeren” maakte ik af.
Dat deden we. Ik pakte de lijst van mijn bestelling erbij, schrapte wat ik elders had gekocht en hield een sterk gemillimeterde lijst over.
De parking stond nog wel relatief vol, maar dat was voor de crisis ook al zo toen de parking aan het station betalend werd. Maar er was geen noemenswaardig karretjesverkeer.
Omwille van de maatregelen van andere winkels, waar maar één persoon per winkelkar binnen mag, bleef Luc in de auto. Maar er stond geen aanmaning om dat te doen, enkel de vraag om een winkelkar te nemen omwille van de anderhalve meter.
Binnen was het rustig, er stond één persoon aan de kassa en er hing een uitzonderlijke stilte. In de winkel zelf waren maximum 10 mensen aanwezig.
Ik reed recht naar het rek met honing. Dat stond nog afgeladen vol -honing is blijkbaar geen hamsterproduct- en nam dus maar drie potten in plaats van de twee op mijn lijstje.
De felgroene kleur van de groene theeverpakking stond al van ver massaal: “Hier staan we!” te roepen en ik verhuisde er drie naar mijn kar. Drie, inderdaad, wegens de korting.
Ik reed de gang uit en zag van daar de beenhouwerij. De lange wand van de toespijs was volledig leeg. De kortere wand met de bereidingen vertoonde meer gaten dan voeding en de korte wand met het vlees kon ik niet zien omdat die achter de hoek was. De beenhouwers waren er nog steeds erg druk bezig.
Op naar de kippenbouillon. Onderweg passeerde ik de olie en azijn en bedacht dat de inhoud van onze fles olijfolie ook fel gezakt was. Ons gewone merk was er niet. Ik nam dan maar een -natuurlijk duurder- alternatief.
Achter mijn rug stonden de kippenbouillonblokjes me al op te wachten. Oei! Daar waren maar zes doosjes meer. Even dacht ik … Maar neen! Ik hield me aan mijn lijstje en liet de rest voor de anderen.
Cola.
Maar hé, ik passeerde de rekken met de chips. Daar stond ook nog wel wat. En al eet ik geen chips -ik ben er echt geen fan van- bekeek ik ze. Luc lust wel af en toe eens een chipske … maar welke moest ik nemen? Kleine zakjes voor een grote man? Neen, hij neemt meestal een grote zak. Wat een probleem zeg. Aha! Ovengebakken natuur. Die zou ik nemen, daar eet ik af en toe ook wel eens een polleke van mee.
Blijkbaar is de oorlog tussen Colruyt en Coca Cola1 nog niet van de baan, maar niet getreurd, wij nemen het huismerk. Daarvan was er nog genoeg voorraad, het stond tot in de gang. Al drink ik het spul niet meer, Luc wel nog. Jammer, maar helaas.
Bij de melk zag ik mededeling dat er per klant maar twee pakken mochten gekocht worden. Twee pakken? Dat zijn twintig brikken. Tot voor kort namen wij helemaal geen melk, maar sedert de pancakes maak ik wel elke week een keer pannekoeken of pancakes. Ik moet geen twee pakken, ik zou genoeg hebben met twee brikken, maar gezien er zo een grote voorraad stond nam ik er toch vijf. De twee brikken volle melk, die ik in het fruitkraam kocht, zou ik dan later wel eens aan Zoneke geven of, als de nood echt hoog moest worden, als reserve houden.
De smeerkaas was op! Alternatief! Alternatief? Ik had geen zin om kcal te gaan lezen, vetgehaltes en grammen suiker te gaan controleren en vergelijken en nam een -nooit voordien geziene- smeerkaas van het huismerk.
Bij de wasverzachter was die met rozenblaadjesgeur op. Lavendel? Dat ruikt zo sterk naar lavendel. Raar hé. Die geur vind ik té. Lotus dan maar. Ik zou thuis wel zien of die geurde of stonk.
En dan kwam de ontgoocheling. De groentendiepvriezers waren leeg, op een zakje rode kool met appel -die we thuis zelf nog hebben- en bloemkoolroosjes -dan heb ik liever een verse bloemkool- en spekrolletjes met boontjes -die maak ik ook liever zelf- na was alles compleet leeg. Tot die bevinding kwam de dame na mij ook. Wij bekeken elkaar en roloogden eens maar haalden onze schouders op.
Ik had terug gekund naar de frigo om verse groenten, maar daar had ik ten eerste geen zin in en ten tweede kan dat dan wel volgende keer vóór ik in die diepvriezers ga kijken.
Aan de kassa leek het wel een macabere dans. De dame met overvolle kar -eerlijk is eerlijk: ze had niet gehamsterd, het waren allemaal verschillende producten, denkelijk voor meerdere gezinnen- was er blijkbaar -verkeerdelijk- van overtuigd dat ze anderhalve meter afstand van haar kar moest houden en stond constant rond zich te kijken. Ze leek wel een torenwachter op de grond die elke onverlaat, die dichterbij kwam, met een boosaardige blik zou neerbliksemen. Ze had mijn kar al proberen afremmen met haar ogen toen ze zag dat ik toch geen bumperklever was.
Macabere dans? Jawel. Kassierster achteruit, dame vooruit. Dame halfweg de uitgang, kassierster achteruit, dame betaalt. (Voor niet-Belgische lezers: de Colruyt heeft een speciaal kassasysteem, buitenlandse bezoekers kennen dat blijkbaar niet).
“Kan het nog?” vroeg ik de kassierster terwijl ik mijn telefoon met Xtra app, met gestrekte arm, vooruit stak en mijn povere voor ¼ gevulde kar vooruit reed “of slaan we dat gedeelte over?” Ze kwam dichterbij en mikte -ook- met uitstrekte arm met de scanner die op halve meter toch bliep zei.
Efkes -betalen en de rekening op zak- later stortte Luc zich op de kar en begon als een smokkelaar de buit in de autokoffer te laden. Hij stopte enkel even om te zeggen: “Hmmmm, chips!”
Als het fruit op is, doen we dit opnieuw. Ik zou zo terug naar dat fruitkraam gaan, maar de prijzen rijzen daar echt wel de pan uit.
Onnozel om het zo in het lang en het breed te vertellen? Vind ik zelf ook. Maar wat ik wel belangrijk vind om te melden is dat ik me daarna stukken beter voelde. Net of iets zo normaal als een Colruytbezoek het hele absurde van de situatie weer iets of wat gerelativeerd had.
____________________
1 Het Laatste Nieuws