Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Vies! Ofte de dingen des levens in kinderland

“Waar ga je je handdoek hangen?” vroeg mske aan Amke “over de linnenbak?” Dat is een ronde plastic ton, die in afwachting gebruikt wordt, tot ze hier eens beslissen welke garnituren ze op die badkamer gaan zetten. Voordeel van de ton is dat ze luchtgaten in het deksel heeft, waardoor het linnengoed niet stikt.

“Neen hoor” zei Amke “want die is vies”. mske keek naar de linnenbak, die niet meer van de jongste is, waardoor die lichtekes verkleurd is. En ja, mske kan er inkomen dat Amke dat vies vindt.

“Jullie hebben wel een leuke sproeier” wist Amke. “Jullie hebben toch ook een sproeier” zei mske, maar blijkbaar ging het hem om de vorm. Die van ons heeft een leuke vorm. En ja, dat is ook waarom Slow en mske die genomen hebben. Hij doet wat antiekachtig aan.

En er was de bever. De bever in het bad. Eerst keken ze wat raar toen ze het beest op de kant zagen luieriken, maar toen mske vertelde dat hij zo op zijn rug lag omdat hij de zeep moest dragen en toch bleef drijven, moest de bever dat demonstreren. Okee! Die zeep was niet interessant, de bever des te meer. Dat het ooit eens Zoneke’s bever was geweest, was een formaliteit, nu is het hún bever.

En dan de fameuze ovenwant. Vrijdag, bij het avondeten reeds, hadden ze de ovenwant bespeurd. Nu is onze ovenwant geen gewone ovenwant, neen, die is een beetje geschroeid, aangebrand om zo te zeggen. En daar moesten ze vrijdagavond dan het fijne van weten, van naadje tot het laatste verschroeide draadje.

Noch Slow noch mske hebben er bij stilgestaan dat ze een nieuwe zouden kunnen kopen, zo erg is het ding nu ook niet toegetakeld, maar Amke en Ella vroegen zich dat wel af. En Slow demonstreerde met de intacte ovenwant, waar hij zijn groot hand niet in krijgt, en de verschroeide, waar hij moeiteloos in geraakt.

En bij elke maaltijd hier bij ons hebben ze een beschouwing over de ovenwant gegeven.

“Nu is papa’s bed, mijn bed” zei Ella en keek vertederd naar het bedje, al wil ze thuis wel in haar grote bed slapen. Feit is dat het kinderbedje eigenlijk klaar stond om te verkopen, nu het er niet naar uit ziet dat er hier ooit nog kindjes zullen in slapen. En mske vertelde over de twijfelaar, al noemde ze hem niet zo en zei dat ze die deze zomer zouden afhalen, ineen proberen te steken en opschilderen.

Dat ineen steken, dat is een ander paar mouwen, want die twijfelaar is hier achter gebleven. Een bed met mooie sponningen, maar de matras zit vast aan de zijkanten. En daar moet een mouw aan gepast worden. Want die matras moet daar af. En als ze dat bed niet ineen krijgen, of met de huidige ressort, of met een nieuwe lattenbodem, dan zal dat bed rap stoofhout zijn. Want een oude matras? Dat vindt mske vies.

Previous

De netelsteeg

Next

Gestommel in het duister

1 Comment

  1. Ik heb met een glimlach rond mijn mond je verhalen over Amke en Ella zitten lezen… en met veel plezier teruggedacht aan de tijd dat Schanulleke die leeftijd had.

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén