Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Anders is niet beter

Het was een vrouw die voorging in uitvaartliturgie zaterdag. mske was nochtans benieuwd geweest om de pastoor van hier eens te zien.   Er moet een pastoor zijn want er wordt in onze kerk nog altijd de mis gedaan op zondag. Die vrouw had een kleed aan, wat niet abnormaal is voor een vrouw, maar dit was een pastoorskleed. Nu hebben we natuurlijk niks tegen vrouwen die voor gaan. Maar dat pastoorskleed vond mske er een beetje te veel aan.

Bij de offergang had mske schoon haar centen in haar pollen, maar er stond geen mandje. Achteraf zei Slow dat er wel een mandje had gestaan maar dat had mske natuurlijk niet gezien. Kijk, dat is normaal, mske is van kleins af aan gewend geweest dat die mandjes naast de pastoor stonden bij de offergang en nu stond dat mandje daar wat achteraf.  En mske vindt niks terug dat niet op zijn plaats staat of ligt.

Er is toch heel wat veranderd tegen vroeger. Toen kon er zelfs niet gefezeld worden zonder risico op boze blikken  en nu ging onder de dienst drie keer een gsm af. De eerste keer de brommende trilfunctie van een gsm de rij achter Slow en mske, waarop de dame in kwestie in haar sjakosj dook, naar haar gsm keek ín haar sjakosj en dan luidruchtig haar neus snoot. Dat je vergeet je gsm af te zetten, tot daar toe. Maar als die gsm efkes later terug begint te brommen, dan is het toch geen vergetelheid meer. Het scenario was het zelfde: duik in de sjakosj, kijken en snuiterdesnuit. De derde keer was het een andere, wat verder achteraan in de kerk, die bromde niet maar gaf een echte tjingeltjangel.

Na de uitvaartliturgie zei Slow: “kwamen ze vroeger geen twee keer met de schaal rond”. “In het dorp van mijn jeugd, kwam Fong om het stoeltjesgeld” zei mske. “Juist, het stoelkesgeld heette dat” zei Slow.

“Maar Fong had geen schaal” ging mske verder “die stak gewoon zijn hand uit en als hij een handvol centen had, stak hij dat in zijn broekzak”. Dat stoeltjesgeld diende namelijk om de kerk te kuisen en het was Fong die de kerk kuiste. Pittig detail van een kerkkuisende Fong was wel dat hij overal waar hij passeerde in de hoeken rochelde, ook in de kerk. Daarmee werkte hij danig op het systeem van Frans Lester. Dat was de koster, maar dat hadden we al gezegd.

Fong woonde in het paikeshuis bij de nonnekes en bovendien was hij klokkenluider ook, indertijd toen de klokken nog met een zeel moesten geluid worden en de echte klokkenluider er niet was.

Previous

Invasion of the Body Snatchers

Next

Oewen maven?

3 Comments

  1. die hare geésem ging misschien af zodat ze wist dat ze hare neus moest snuiten.. daar had ge nog nie aan gedacht hé..

  2. ms

    Zjust ! Heleganst ni aan gedacht sé ! Sjaans dat gij der nog zijt om daar aan te denken.

  3. ik ben niet zo’n kerkganger maar ik vond het vroeger allemaal veel mooier . Er is zoveel veranderd dat ik wel eens afvraag of dat wel het goede is voor het geloof. En daarbij hebben de mensen ook niet veel respect meer voor rituelen. Kijk maar naar die gsm. Het moet helemaal niet meer zijn zoals vroeger waarin de pastoor een soort boeman speelde over zijn parochianen ,maar nu vind ik er helemaal niets meer aan.
    Heb jij nog geweten dat de stoeltjeszetter rond kwam met een lange stok en daaraan ging een fluwelen tasje en daar moest je dan je centen in droppen!Ben er zeker van dat er toen veel knopen in belandden!haha

    Zou je deze avond mijn ’tootje’ moeten zien!Ik vraag me af hoeveel kleuren ik nog te zien zal krijgen!!

Laat een reactie achter bij magdaReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén