Zoals reeds gezegd, heeft mske iets tegen alles waar je aan verslaafd kan worden … voor haar zelf dan. Zo is ze ooit pas beginnen roken na haar 18de. Ze ging toen uit met haar tweede vriendje en die rookte als een turk, zijn zus rookte als een turk, de vriendin van de zus rookte als een turk … om kort te gaan, ze rookten allemaal als een turk en dus is mske beginnen mee roken, maar niet als een turk.

Tot op de maandagmorgen dat ze wééral de laatste sigaret in haar hand had en wééral naar de winkel moest en het vertikte en besliste dat die rommel buiten moest.

Later kwam ze eens thuis en rook sigaretterook. Toen ze Zoneke daarnaar vroeg zei hij dat hij niet gerookt had, maar toen mske héél bedenkelijk keek zei hij: “Ja, ik heb het geprobeerd en het is afschuwelijk”. Zus, aan wie altijd was gezegd dat je van roken klein bleef, heeft nooit een poging ondernomen.

Poepie rookt! Bollie rookt! En dan mag mske nog zeggen dat het haar niet stoort, mij wél … Ik mag Bollie graag, ik mag Poepie graag maar als ik nog maar de geur van het ding in mijn neusgaten krijg, dan zit ik boven op de kast … Bwakkes, wat stinkt dat zeg!

mske beweert dat de mensen die ze graag heeft, zich bij haar “thuis” moeten voelen en dus zeker niet buiten gaan staan als een hond met vlooien.

Wat haar wél stoort zijn die rokers die de reglementen aan hun laars lappen en zitten te roken waar het eigenlijk niet mag vooral op de bus of in het klein buroke!