Toen mske klein was, was ze nogal gek op Walt Disney. Niet op de man zelf maar op zijn werken. Ze beloofde zichzelf dan ook dat ze ooit naar Disneyland zou reizen. De jaren vergingen en mske kon geen Walt Disney cartoons meer zien. Ze keek wel nog naar de langspeel-tekenfilms en de jeugdfilms.

Nu interesseren haar enkel nog die oude tekenfilms, dat waren echte kunstwerken. Nu is er ook Disneyland Parijs en ze is er nog niet geweest en het interesseert haar ook helemaal niet om te gaan.
 
Toen mske klein was, stonden er eens vier grapjassen op een stuk kaas, zoals Broer en mske het noemden. In het kale decor was enkel een ronde verhoging met éénvierde uitsnijding. Die mannen zongen een tof liedje van: “oekandana, wadoedena, wadisdana”.

Later vond ze die hun liedjes wel leuk en ze ging naar hun optreden kijken met de Druivenfeesten. Op een zeker moment besefte ze dat ze de Strangers niet meer kon rieken of zien. Net nu leest ze zo nog het één en ander waar ze nog niks van afwist, waar ze het niet wil over hebben. Dus daarmee heeft die afkeer zeker niks te zien.

Een mens maakt nogal evoluties mee in het leven. Soms een volledige ommekeer.