Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Wel mis maar geen lof

Vierde studiejaar, in een tijd waarin je nog nuchter moest zijn om te communie te kunnen gaan in de mis, besloot de non er tijdens de vasten een wedstrijdje van te maken.

Op de achterzijde van het bord schreef ze de namen van alle leerlingen van de klas en telkens je naar de ochtendmis ging kwam er een streepje achter je naam. Wie het meeste streepjes had, won. Ik weet niet meer wat, maar veel meer dan een prentje voor in je missaal zal het niet geweest zijn.

Mijn moeder, altijd in voor wat mouwvegen bij de nonnen, stuurde me alle dagen op pad -en ja in die tijd hadden we op zaterdag ook nog school- met mijn brooddoos met bokes die ik dan alleen in de schoolrefter kon gaan op eten. Veelal zat ik alleen.

’s Middags mocht ik geen boterhammen eten op school. Neen, dan moest ik naar huis -middageten en daarna de afwas alvorens terug naar school te vertrekken- want Broer was dan ook thuis. Natuurlijk! De jongensschool was achter het hoekje, maar hij moest ’s morgens dan ook niet naar de mis.

Na de vasten had ik niet de meeste streepjes achter mijn naam. Neen, want de arrogante tweeling was, volgens eigen zeggen, telkens naar het Lof geweest en dat telde volgens de non voor veel meer punten, omdat ze hun zondagnamiddag opofferden.

Ik kan me niet herinneren dat mijn moeder daar commentaar op had.

Previous

De zware dagen

Next

Het mysterieuze mysterie

19 Comments

  1. Dus de non veranderde de spelregels tijdens het spel! Foei!

    • ms

      Die non deed wel meer.

      Zo moesten we eens prentjes zoeken om bij een les in ons schrift te plakken. De arrogante tweeling had natuurlijk weer een excuus en alle anderen moesten dan maar een prentje afstaan. Daardoor had ik een witte vlek op mijn blad. En daar trok ze een punt voor af.

      Wat wil je van een verbitterde vrouw die op haar 64ste haar 50-jarig kloosterjubileum viert?

      Die bedenking heb ik pas jaren later gemaakt. Als kind zie je dat niet zo.

      • Die bedenkingen hoorde ik vroeger al van grote zussen en dan waren ze nog niet half zo streng als ik wat ik hier lees.

        • ms

          Ze was een heks in nonnenhabijt. En enig begrip voor haar is nog geen excuus voor het vergallen van andere levens.

          Ras apart, waar ik -nog steeds- liever niks mee te maken heb.

  2. Gelukkig zijn de tijden veranderd en hoeft dergelijke onzin niet meer. Veel van die nonnen waren verbitterde wezens.

    • ms

      Dat denk ik ook.

      In het klooster gestopt omdat er in elk goedboerend gezin wel ene pastoor en/of non moest worden voor de status.

  3. Dat waren nog eens tijden. Wij kregen een prijs als we iedere ochtend naar de mis gingen tijdens de grote vakantie. Het is nooit wat geworden bij mij… Ik had maar één stempeltje op mijn kaart. En echt waar, sommigen waren IEDERE dag naar de mis geweest. Twee maanden lang. Ik vond het, en nog steeds, onbegrijpelijk.

    • ms

      Als ze moesten van hun moeder …

      Ik ben zo ooit eens vervroegd van een vakantie bij mijn tante naar huis moeten komen omdat ze in de school het lumineus idee hadden om 4 weken na elkaar op een namiddag een diareportage te vertonen over een heilige.

  4. Gelukkig heb ik in mijn kindertijd dat soort dingen nooit meegemaakt, aangezien ik niet RK was maar NH, plaatjes kreeg ik wel als ik jarig was en dan met traktaties voor de meesters en juffen de klassen langs liep. Daar waren ‘stichtelijke’ plaatjes bij, maar ook mooie van bloemen en planten kan ik me herinneren. En van die nonnen kan ik het me soms indenken dat ze niet zo vrolijk waren, in sommige grote gezinnen moest er een zoon priester worden en een dochter non, dat was niet altijd echt vrijwillig. Voor vandaag wens ik je een fijne zondag toe

    • ms

      Oh maar, de andere RK kinderen uit mijn klas waren er maar sporadisch. Een meisje dat onder de kerktoren woonde was er nooit en die kreeg daar dan weer een sneer over.

      In die tijd was er maar één meisjesschool in het dorp, bij de nonnen.

      De jongensschool was een gemeenteschool.

      Bizar is wel dat ik het totaal heb afgezworen, maar mijn broer wel nog naar de kerk gaat, al is het misschien omdat hij bij het koor zingt.

  5. Valse loeders waren het. Tenminste die waar ik mee te maken had als kind.

    • ms

      De besten waren zij die me negeerden, want die zalvend in hun handen wrijvende waren even gemeen maar dan geniepig.

      • Inderdaad. Geniepig, dat is het woord. Zo eens een venijnig in uw kaak komen nijpen, of aan uw oor komen trekken. Ze zouden er vandaag de dag niet meer mee wegkomen!

        • ms

          Of een steek geven dat mijn heilige ouders een kind zoals ik niet verdiend hadden.

          Bij de ouders van nu (en bij ons) zouden ze er niet mee weggekomen zijn).

  6. elsjeveth

    Toch curieus wat zulke deze zgn. bruiden van god te horen hebben gekregen toen ze eenmaal aan de hemelpoort verschenen. Good Job ???

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén