Bij haar eerste communie kreeg mske een fiets op twee wielen. Ervoor reed ze op het fietske met dikke banden maar dat was een doortrapper.

En mske kon wel goed met die nieuwe fiets rijden, maar het starten ging nogal waggelig. En ze maakten vele uitstapjes in de buurt, zoals naar het kasteel van Poeke én de molen van Poesele.

Indertijd was het dorpsplein van het dorp van haar kindertijd een gezellig pleintje met in elke hoek een vertrekkende straat, één naar Tielt, de andere naar de hoofdbaan, één naar Poeke, de vierde ging naar wie-weet-waar maar op die baan ligt nu het nieuwe kerkhof. De vijfde straat die op het plein uitkwam moest mske nemen om naar huis te gaan, voorbij de smid. Alle straten waren gekasseid en je kon gerust in het midden van de straat lopen, er kwam geen verkeer.

Toen ze naar Poeke fietste, kreeg ze de indruk: “dit is het eind van de wereld”, want je kwam op het dorpsplein aan dat omringd stond met grote bomen en er was geen andere zichtbare weg.

Enerzijds zou mske nog eens willen gaan kijken, maar anderzijds is ze bang, bang om weer dezelfde bouw- en vernielzucht te vinden als overal.

Aan de foto van die molen te zien, zal die er zeker niet meer staan of zouden ze een houten molen restaureren?