Kokkeriko staat hier al de ganse morgen te discussiëren met de hanen uit de buurt. Eigenaardig, maar ik heb Kokkeriko nog nooit gezien. Wij mogen niet buiten. Dat komt omdat hier ooit twee honden vergiftigd werden en omdat Machoechel, toen ze dood was, ook schuim rond haar bek had. Ik weet alleen maar dat Kokkeriko er is en ik weet dat Gerard er is.

Er bestaan plannen om een hindernissenparcours aan te leggen zodat wij buiten zouden kunnen. Ze hadden daarover eens iets op Vitaya uitgezonden, maar daar was het doel eigenlijk dat de katten geen vogeltjes zouden kunnen vangen. Maar het ganse ding zag er goed uit, zo wat als een tunnel in gemaasd metaal met hier en daar grotere ruimten. Nu zegt mske dat ze dat “tóch” gaat maken en hier staat een zak waar Slow opgeschreven heeft: “Kattenparcours”.

Maar laatst zei mske dat ze een uitgang wou langs een kattenluik in het waskot en dat daar dan een grotere ren kan gemaakt worden waar de kippen en Nijntje “óók” kunnen lopen!

Ze vroeg zich enkel af of Nijntje en de kippen, via dat kattenluik, niet binnen zouden geraken.

Dat begrijp ik niet! Nijntje heeft een gans stuk tuin voor hem alléén, Kokkeriko en Gerard ook! Bovendien is hier géén waskot.

Ik wéét het, niks dan mannekes. Al de ander konijntjes zijn doodgebeten door honden, de kippen zijn doodgebeten door een hond en doodgeslagen door een vos op twee benen … nét op het moment dat de vogelpest de eerste keer woedde. Toen zijn hier twee kippen geweest van een soort dat alleen maar diende om “schoon” te zijn maar niet om te leggen. Die zijn voor de winter naar een kinderboerderij gegaan. En nu … nu is ’t weer kiekenpest en kunnen er weer geen kippen bijkomen.