Zus is een meisje dat altijd het hart op de tong heeft, nu ze volwassen is valt dat mee, maar als kind sprak ze voor ze dacht, wat leidde tot enkele hilarische flaters. Hierna een greep uit de ruime keuze:

Zus: “Mama, die man is een toetenblakker!”
mske: “Wat is dat?”
Zus: “Een toetenblakker is iemand die zelf woorden uitvindt!”

Zus (tegen de hond): “Foxie, mens toch, wat ben jij een varken!”

Op reis: “Kijk daar, een ruïne, jammer dat ze zo kapot is.”

Zus: “Daar loopt een konijn, het is stijfdood bevroren.”

Nico: “Op je duim zuigen doe je uit instinct!”
Zus: Ik stink ni!

mske tegen een slecht geluimde Zus: “Zeg meiske, als je je maandstonden hebt, gelieve dat dan tegen mij niet uit te werken!”
Zus: “Zeg zenne mama, als Zoneke zijn maandstonden heeft zeg je dat ook niet hé!”