Ooit, toen mske haar eerste vriendje had, vroeg moe aan de paster van het naburige dorp uitleg over dat vriendje en die ging dan naar de paster van het vriendje’s dorp. Zo werd dat in de goeie ouwe tijd gedaan als er sprake was over trouwen maar er was absoluut geen sprake van trouwen. mske was 17 en de knul mocht zelfs haar hand niet vast houden. Dat gebruik was wel al voorbijgestreefd in mskes tijd.
Na 14 maanden zond mske het vriendje wandelen. Na een jaar kwam het volgende vriendje op de proppen en moe trok weer naar de paster. Dat vriendje hield het maar 9 maanden vol en mske bleef weer alleen.
Toen ze Ex ontmoette was moe verveeld met de situatie maar ze moest haar imago van bezorgde moeder toch hoog houden en sprak weer die paster aan en toen antwoordde hij: “Dat doen we nu niet meer!”
Jaren ervoor had moe dat al eens geflikt met een vriendinnetje. mske was 12 en ging voor het eerst naar Aalst naar school. Het meisje zat in haar klas en ze werden boezemvriendinnen. Moe heeft toen ook de paster aangesproken en wist later te vertellen dat dat meisje geen vriendin was voor mske. De vader dronk, er waren huishoudelijke problemen en ze gingen niet naar de kerk. Resultaat, het vriendinnetje is nooit bij mske thuis mogen komen. En toen ze verhuisden stak de correspondentie tussen de twee als een doorn in moe’s oog.
Waarschijnlijk heeft dit in mskes hoofd gespeeld zodat ze vannacht zo eigenaardig droomde.
Maar over Slow valt niet te pasteren zé moe!
Wat denkte daarvan?