mske slaapt maar hoort toch alles. En mske is zo leeg dat het slapen meer iets weg heeft van een coma. Als Slow komt kijken of alles goed is, schrikt ze. En toch hoort ze even later het getingeltingel van de ijskreemwagen. En in mskes koortsdroom is die ijskreemwagen het kindje mske dat al dartelend door het dorpke speelt.

En het wordt stil en mske slaapt weer. En plots … Loebas bast en Keffer keft en een vreemde hond geeft een antwoord dat op niks trekt want Loebas en Keffer vragen of hij dat wat dichter tegen de draad durft komen vertellen.

De dartelende mske komt het andere straatje uit en danst het volgende in.

En mske slaapt maar plots is daar het paard te voet en mske denkt: “tiens, dat is al lang geleden dat ik dat nog horen voorbijgaan heb” en het paard te voet wordt door alle honden van de straat afgeblaft en mske realiseert zich plots dat ze geen besef had van hoeveel honden er hier in de buurt zaten. Die beesten hoor je nooit. En weer danst de tingeltingel voorbij.

En als Slow komt en vraagt: “hoe gaat het?” zegt mske dat het beter is en dat ze wat gaat opstaan.