Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Zalig de onverdraagzamen

Waar mske zo af en toe eens onverdraagzaam van wordt, dat is van de verdraagzamen, die te pas en te onpas weten te vertellen dat de mensheid onverdraagzaam geworden is. Als voorbeeld zeggen ze dan gewoonlijk dat je maar eens moet kijken naar de feestzaal. Zo veel onverdraagzaamheid tegen die feestzaal.

Dan laat mske onmiddellijk horen dat zij ook bij die onverdraagzamen behoort. Niet dat we hier last hebben van de zaal op zich, maar de naarhuisgaanders die kunnen putteke nacht hun kwebbel niet houden en moesten ze dan nog fluisteren, maar neen, ze lallen en brallen er maar op los en hun claxonvingerke staat ook wat aan de losse kant.

Dat moeten wij, de onverdraagzamen, melden aan het stadhuis, zegt het stadhuis, want dat mag niet. Als het stadhuis zegt dat wij dat moeten doen, dan doen wij dat ook. Zo elke maandag, als er nachtlawaai geweest is, een mailke: [blèrachtige modus aan]”menéér, ze hebben lawijt gemaakt!”[blèrachtige modus uit] Net of dat geblèr ons voeten niet uithangt.

Maar hebben ze al eens gezegd hoe verdraagzaam wij wel zijn? Want wij klagen niet over:

  • onze achterburen want die hebben blijkbaar, vóór wij hier woonden, hunne muur gerestaureerd en de grond gedraineerd. Ze hebben daarbij wel het rioolputteke naast onze berg vol beton gekapt.
  • onze buur van hiernaast want die heeft daar vanachter een tuinhuisje waar hij een dakgoot aan heeft gehangen, met een neerwaartse pijp tot halverwege.
  • nog diezelfde buur van hiernaast want van voor aan zijn huis hangt geen dakgoot. Dat mag niet maar ’t is zijn huis hé.
  • onze buur van hierover die altijd op zondag zijn gras afrijdt met een kletmasjien en dat tussen twee en vijf, met een pauzeke af en toe, zodat het gras afrijden toch altijd duurt van twee tot vijf. Als wij niet siësten kan dat toch geen kwaad.
  • onze buur van hier wat verder die een eigen zaak heeft waar nogal mastodontig rollend materiaal aan te pas komt, dat hier te pas en te onpas voorbij ons huizeke, naar zijn huizeke, moet passeren.
  • onze buur van hier wat verder aan de andere kant … ah neen, dat hebben we wel al gezegd.

Dat is allemaal op hun eigen grondgebied en dus doen ze maar, alleen:

  • loopt het water van onze achterburen vanuit die buizen die één meter boven de grond uit die muur komen niet in dat rioolputteke. Ah neen, want dat zit vol beton. Het loopt in een beekske naast onze berg en spoelt het voetpad uit.
  • loopt het water van het tuinhuizeke van onze buur hiernaast, uit zijn regenpijp van onzen berg naar beneden -logisch aangezien water niet bergop schijnt te lopen- om het voernoemde beekske van bij de achterburen te vervoegen.
  • zou onze XM beter een 4×4 zijn want die moeten we over de boordsteen, door die gracht de hof op rijden en dat slibbert zo wat als ’t regent, waardoor we soms meer de induk hebben dat we aanmeren in plaats van parkeren.
  • zegt die van de gemeente die we daar eens bijhielden om dat putteke open te maken, dat zij dat niet mogen en dat die van het rioolputtekesbeheer dat niet zomaar kunnen.
  • heeft onze buur van hiernaast, toen we hier pas kwamen wonen, Slow en mske eens opgewacht om er hun aandacht op te vestigen dat het trottoir nogal groenig uitsloeg omdat de vorige eigenaars dat niet onderhielden en dat hij hoopte dan Slow en mske daar wat zouden aan doen. Hoop die ondertussen wel al in rook zal zijn opgegaan want het voetpad krijgt hier enkel af en toe van de regen eens een schrobberink. Het weze gezegd dat Slow wel alles wat groen ziet en hoger is dan een schoenzool van een geklede schoen uittrekt en bij Pjotr en Line gooit maar dat mske nooit of nooit zal toelaten dat Slow al die minimini groenselkes van moskes met haar epileertang zal gaan uittrekken. Bij ons hangt nu eenmaal wel een dakgoot en die heeft nog een afvoerpijp ook. ’t Bergt hier alleen maar af naar het rioolputteke op de hoek van ons huis, dat wel nog open is, zodat het water van het dakloze dak, het water van de achterburen en van zijn eigen dakgootbezittend tuinhuizeke kan vervoegen.
  • doen wij wel een siësteke als onze nachtrust in de nacht van zaterdag op zondag grondig verstoord wordt.
  • davert ons huis dat horen en zien vergaan als er weer één van die mastodonten hier voor de deur voorbij raast. Als ’t kot op onze kop valt, zal ’t ook nog ons schuld zijn omdat we dat niet gemeld hebben, zekerst?

Bovenstaande eens een beetje afprinten en onder al die onverdraagzamen, die niet verdragen dat wij onverdraagzaam zijn over dat één ding dat niet mag en wel degelijk storend is, hunnen neus roefelen, burgemeester op kop als hij zegt dat ieder wat water in zijne wijn moet doen. We zullen eens vragen in welk van al dat water wij onze wijn mogen kappen.

Maar ’s nachts willen wij slapen!
Verdomme!

Previous

My old friend the blues

Next

Langs de stille paadjes

1 Comment

  1. Oei wat je daar allemaal opsomt ,daar zou je echt onverdraagzaam door worden!

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén