Slow en mske hadden vorige week naar de eerste aflevering van “Los Zand” gekeken en net zoals indertijd bij “De Smaak van De Keyser” wist mske niet goed wat ze er moest van vinden. Doet Slow zijn mening niks ter zake? Oh jawel hoor, maar Slow was, zoals nog gebeurt, met mske in zijn armen in slaap gevallen.

Laat mske nu ’s anderendaags in de gazet lezen dat Koen De Bouw zelf geen goed woord over heeft voor prestigeserie “Los Zand”, bij de Standaard lezen we zelfs “Koen De Bouw letterlijk“.

Toen vroeg mske zich al af waarom ze verwachtten dat Koen De Bouw de serie zou ophemelen, enkel omdat hij er in meespeelde. Maar ze wou nog geen oordeel vellen, ze wou het tweede deel afwachten.

Dat tweede deel hebben ze, deze keer is Slow wakker gebleven, dus gezien. mske heeft er echt geen goed gevoel bij. Dat eeuwig schrikkelen van heden naar vroeger, van Namibië naar Antwerpen, een mens wordt er kriegel van. Slow zegt: “nog afwachten”.

Waarschijnlijk zullen ze nog afwachten tot het gedaan is, dat hebben ze met “De Keyser” ook gedaan.

Maar om nu terug te komen op Koen De Bouw. Laat ons nu van de veronderstelling uitgaan dat de man de reeks werkelijk niet goed vindt, waarom mag hij dat dan niet zeggen? Net of iedereen zijn baas en zijn werk staat op te hemelen. Voor eventuele verdere projecten van Koen De Bouw is het, volgens ons dan toch, ook beter dat hij zich eventueel distantieert van een minder geslaagde reeks of film, als het achteraf een minder geslaagde reeks blijkt te zijn, zeker daar hij, volgens mske dan, één van de beste acteurs is -vergeet Jan Decleir niet- die we hier hebben rond lopen en hij toch moet denken aan eventuele verdere opdrachten.

De reactie, dat ze beseffen dat een reeks opnemen in de woestijn iets heel anders is dan draaien in een veilige studio in eigen land, vinden wij heel minnekes.