Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Het Geteland

Zaterdagnamiddag. “Gaan we fietsen?” vroeg Slow. Natuurlijk gingen ze fietsen, het was zaterdag, het was heerlijk buiten en Slow had geen rammelkast meer.

“Voorstel?” vroeg mske. “Wat denk jij?” vroeg Slow. En mske legde uit dat ze wel eens zin had om naast het water te fietsen maar aangezien hier geen water is, ze wel eens wou horen wat Slow wou doen. Hij wou het fietspad van de oude spoorwegbedding nemen en dan eventueel op hun stappen, hoe zeg je dat als ’t over wielen gaat, terug komen. Dat vindt mske eigenlijk niet leuk, ze houdt meer van een toerke. Dus pakte ze de kaartjes. Ze vond het fietspad niet maar wist wel wat dat zich zo ongeveer bevond. “Aha!” zei ze “dat gaat over de Grote Gete. En toen zag ze dat je die Grote Gete ook kon volgen, maar dan niet via het fietsroutenetwerk.

Ze namen de oude spoorwegbedding. Ze gingen de Kleine Gete over. Ze gingen de Grote Gete over en kwamen aan het fietsknooppunt. Wat een nachtmerrie. Honderden fietsers, mits lichte overdrijving, hingen daarrond en de terraskes van de twee cafeekes zaten stampensvol. Net zoals bij de vroegere schooluitstappen, geplande uitstap, geplande groepsplas, geplande groepsdrink -in dit geval al dan niet gepland.

“Wegwezen” dacht mske en sloeg linksaf waar volgens het kaartje de Gete moest lopen. Ze vergiste zich en ze kwamen op een doodlopend stuk. Eigenlijk liep het niet echt dood en al was het er mooi, ze moesten dat stukske op hun stappen, hoe zeg je dat als ’t over wielen gaat, terug keren.

Ja! De andere kant, daar had je hem, kilometers en kilometers geen levend wezen te zien. En daar in het midden van nergens staat een huis. “Hier wonen” zei mske “hoe fantastisch”. Met spijt in het hart hebben ze dan, nog kilometers verder, de Gete zijn eigen gang laten gaan. Die loop verder volgen zal voor een andere keer zijn.

Ze namen het kleine dorpke en reden de veldwegen in zodat ze op bekend terrein kwamen.

Ze zijn samen een kriekske gaan drinken hoor. Maar niet op commando, niet omdat het zo hoorde, gewoon in een dorpscafeeke waar de andere bezoekers de stamgasten van elke dag waren. Eigenlijk wou Slow daar rechtover nog een frietje meepikken, maar dat zag mske niet zitten. Ze moesten die berg naar huis nog op.

Ze waren vier uur weg geweest. mske heeft uitgeteld hoeveel kilometers ze hadden gefietst en vroeg zich af hoe lang ze er zouden over gedaan hebben hadden ze niet gedurig gestopt om weer één of ander mooi punt te bekijken.



Previous

Hindernissenrit

Next

Depannage

1 Comment

  1. toch eigenlijk het mooiste jaargetijde qua natuur: het voorjaar!

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén