“Dennen groeien in de Ardennen” zei ze. Ik keek even oogluikend naar Luc, die van krommenaas gebaarde.
“Dennenbossen vind je in de Kempen” zei ik later. “Ik zou het niet weten” zei Luc, die nochtans een Kempenkind is. Hij ging verder, zeggende: “wellicht denkt ze dat omdat “dennen” zo mooi past in “Ardennen” … Euh?
Ik bestudeerde de aanwezige naaldbomen maar heb er thuis voor alle zekerheid mijn oude “Speuren en Ontdekken” nog eens bijgehaald.
Ge moogt gerust zijn! Dennen staan in de Kempen.
Wat denkte daarvan?