Dag één:
De grote wit met zwart gevlekte roofvogel bevindt zich in het veld, mijn fototoestel op de achterbank van de auto. Ik zeg: “Het wil weer lukken”. Luc vraagt: “Moet ik keren?” Ik zeg: “Neen”. Keren kan daar namelijk niet, enkel een 500-tal meter verder.
Dag twee:
De grote wit met zwart gevlekte roofvogel bevindt zich in het veld, mijn fototoestel op de achterbank van de auto. Ik zeg: “Het wil weer lukken”. Luc vraagt: “Moet ik keren?” Ik zeg: “Neen”. Ge weet wel waarom.
Dag drie:
Luc bevindt zich in de keuken, de frieten ook, ik in de eetplaats, de kleinere roofvogel op het regenwatervat, het fototoestel in de woonplaats, minder dan twee minuten later ik ook. Luc vraagt: “Eet die de jonge mussen?” Ik zeg: “Mogelijk”. Maar de mussen? Die waren ervantussen.
Foto na foto na foto van een roofvogel(ke) dat zich een wat comfortabel plaatske zocht op ons binnenkoerke. En ware het niet dat mijn frieten koud werden …
Dag drie en een half:
De grote wit met zwart gevlekte roofvogel bevindt zich niet in het veld, mijn fototoestel op mijn schoot. Ik zeg: “Wat hadde gedacht?” Luc vraagt niks zodoende moet ik ook niet antwoorden.
Bertie
Dat heb je mooi beschreven.
Dag drie en een half, zo sneu… ?
ms
Nu kan ik het -denkelijk- wel vergeten. Toen we die avond naar huis kwamen was het graan geoogst. Ik vrees dat hij zich daar nu niet meer gaat ophouden.
francky
De vogel zal gaan vliegen zijn. Jammer dat men nooit een fototoestel op het juiste moment bij zich heeft.
ms
Jama, dan nog twee keer op twee dagen tijd.
De sperwer is een troostprijs. Vertel maar niet aan de mussen dat ik dat gezegd heb.
Matroos Beek
Ik herken het gevoel. Een vogel spotten en op foto krijgen… het is vaak geluk hebben. Hij staat er hier wel mooi op hoor!
ms
Beter dan bij zijn vorige passage, maar toen bleef hij zo lang niet zitten.
Maar ik had graag die witte op de foto gehad. Ik heb nog niet uitgezocht wat het was. Moet ik straks toch even doen.
Met de gsm is het helemaal niet te doen uit een rijdende auto, zelfs niet als die vertraagt.