In een tijd van lang geleden, toen mijn oren nog hoorden, had ik dagen dat ik me ambetant en ellendig voelde omdat ik vond dat mijn oren een ietwat te veel gebruikt werden als luisterend oor.
Zo gebeurde het meermaals dat we, na een drukke werkdag iets wilden gaan drinken in de taverne. Zaten we aan de toog kwam er iemand naast mij zitten. En werkelijk, geen vijf minuten later, zat ik te luisteren naar de klaagzang van hun leven.
Ook wanneer we aan een tafeltje gingen zitten, kwamen mensen een praatje slaan maar mijn luisterend oor draaide op volle toeren en achteraf vertelde Luc me de andere nieuwtjes die hij had opgevangen.
Ik werd er een beetje moedeloos van. Was dat het enige waaraan ik me mocht verwachten als we uitgingen?
Nog langer geleden, op een personeelsfeest zaten ze aan die tafel te lachen, te bulderen, op hun billen te kletsen van plezier. En ik? Ik zat op de hoek met die ene die me zijn heel ellendige liefdesgeschiedenis tot en met zijn scheiding, van naadje tot draadje uit de doeken zat te doen.
En toen wist de baas toch triomfantelijk, de maandag daarna, te vertellen hoe geslaagd het feest wel was geweest, hoe we allemaal genoten hadden. Hij moest eens weten.
Nu horen mijn oren niet meer (zo goed) en hoorde ik die verhalen niet meer.
Maar toch, maar toch, zat ik ergens stillekes op mijn eentje in mijn hoekje aanwezig te zijn in afwachting van het nieuwe hoorapparaat, toen de vrouw rechtover ons informatie kwam vragen … aan mij. Luc snelde ter hulp, want die weet dat ik momenteel (bij het schrijven dezes) zo goed als doof ben.
Toen de echtgenoot er bij kwam, ging die vrouw al snel tegen mij alleen verder. Ik verwittigde dat ik zo goed als niks kon horen, maar ze ving aan met een ellenlang ellendig verhaal waarop ik enkel wat bromde, wat mummelde, wat knikte en zo tussendoor tot driemaal toe vertelde dat ik niet hoorde. Toen liet ze me een litteken zien. Ik zat ingesloten tussen mijn tafel, de muur en Luc en de man. Toen haar telefoon ging ben ik naar het sanitair gedeelte gevlucht.
Naderhand, toen het telefoontje afgelopen was, stond ik aan de verkeerde, zij het goeie kant.
Weet je, dat Tinnitus gaan opspelen is en ik de hele volgende dag last van overdruk in mijn hoofd heb gehad?
Weet je, dat ik de hele volgende dag zin heb gehad om te janken?
Weet je, dat ik -weegschaal zijnde- de hele dag heb geschommeld heb tussen me ellendig voelen omdat ik mezelf harteloos vond en me ellendig voelen omdat ik -weeral- enkel en alleen daarom goed genoeg bleek te zijn?
Weet je, dat ik zelfs niet meer weet hoe ik er onderuit moet komen?
Jolie
Al hoor ik nog redelijk, het is toch herkenbaar.. En hoe sommige mensen niet reageren op mededelingen, en daarmee de grens (=je kunt ze onmogelijk verstaan) die jij aangeeft compleet negeren… dat is pas harteloos, niet wat jij deed.
ms
Ze moest en zou haar verhaal kwijt. Maar het aan mij vertellen wil zeggen dat zij het kwijt was, maar op deze manier kon had dat, volgens mij, geen nut.
Als je slecht begint te horen kan je er ofwel in berusten dat ze je negeren, of je zegt er wat van en dan ben jij het slecht karakter.
Of zeggen ze: “Wees blij dat je niet blind bent”. Dat kreeg ik ook al een keer.
Jolie
Ja, je hebt helemaal gelijk, op deze manier je verhaal kwijtraken heeft helemaal geen nut, omdat jij het niet eens kunt verstaan, en dan ook geen woord van troost of begrip kunt geven (en ik zou denken dat een droef-verhaalverteller daar toch op hoopt.) Ze maakt je bijna een pion in haar toneelstuk (en dat voelt voor beiden toch eenzaam…) En wat een drog-redenering, ‘wees blij dat je niet blind bent’ aaaaarghhh!
ms
Precies. Dat bedoel ik.
Haba
Wat een vreemde reactie die laatste bedoel ik. En ook als je wel goed zou kunnen horen probeer het dan maar snel af te kappen (bv : ‘Goh wat vervelend maar ik zie iemand die ik nu even wil spreken’ ) dan naar een ander toe lopen en even daarmee praten. En even wachten tot de klager een nieuw doelwit heeft gevonden.
ms
Ooit heb ik meegemaakt dat ze bleven volgen. Ooit hebben we zo al een wandeling afgebroken omdat die kerel bleef plakken en meelopen.
Oh, ik heb veel dingen waar ik blij mag om zijn, maar we gaan niet klagen. 😉
Bertie
Je bent een slachtoffer, klagers voelen feilloos aan bij wie ze hun hart kunnen uitstorten en uitleggen dat je ze niet goed verstaat helpt meestal niet.
Ik voel met je mee, echt, ik weet er iets van!
ms
Ik heb al meer de indruk gehad dat ze dat moeten aanvoelen, net zoals met die “I” (van Informatie) op mijn voorhoofd.
Er helpt echt niet veel tegen.
Bertie
Misschien speelt de houding mee? Iemand die niet alles kan volgen lijkt een beetje gereserveerder of minder geïnteresseerd in de groep. Ideaal als klaagmuur.
ms
Ik zou het niet weten maar als dat het alternatief is om niet op mijn eentje te zitten lezen weet ik wel wat ik verkies.
Suskeblogt
Ik ga weinig tot zeg maar zo goed als niet op café. De weinige keer dat ik dat wel doe heb ik beet : klagers of stoefers over hoe goed ze het wel niet doen op het werk en de baas heeft natuurlijk niets te zeggen. Je zou je voor minder thuis opsluiten.
ms
Wij gaan eigenlijk helemaal niet meer op café, gewoon omdat er te veel prikkels zijn.
Als ik iets wil gaan drinken wil ik dat in alle gerustigheid kunnen doen, want meestal is dat wel om er eens tussenuit te zijn en heb ik geen behoefte aan …
Matroos Beek
Sommige mensen zijn enkel gefocust op zichzelf … 😞
ms
Er zijn er zo veel.
elsjeveth
Ik word gewoon verdrietig van je verhaal, enerzijds omdat het je plezier wordt ontnomen van gewoon een gezellige middag / avond in t cafe of elders, anderzijds omdat je ´handicap´ niet begrepen wordt door mensen die zonodig hun verhaal kwijt moeten en dan liefst over een dramatisch gebeuren. Kan me voorstellen dat je thuisgekomen wel kon janken.