Zeer zeer zeer oud verhaal!Een heel klein jongetje staat aan een lijn te trekken. Aan die lijn hangt een hond, zo een schenenbijterke van het ras straton.

Een toevallige voorbijganger hoort het kleine manneke nog net zeggen: “tom voesj of tzal a ne sup tejen a tont even sé!”

De voorbijganger, vertederd door dit schouwspel, vraagt: “zijn tont, manneke, wat is dat”. Waarop het kindje zich omdraait en, verwonderd over zoveel onwetendheid, zegt: “zijn tont? Das zijn jat!”