Een maand geleden is dit huis verkocht. Er zijn toen dingen gebeurd, waarvan mske niet goed was, ze was woest, ze was verdrietig, ze was razend, ze was doodop, ze ging kapot van de stress, ze was verbouwereerd en al wat je maar kan denken én ze stond op ’t punt “iemand” de strot om te wringen” …
 
Ze is al blijtend naar buiten, over de straat mét zonnebril en recht naar dat terraske waar ze met Slow afgesproken had, gestapt.
 
De kelner wou al komen, maar toen hij die beek zag draaide hij zich al terug om. Toen vroeg mske gewoon om haar een cognac te brengen. Maar daarmee ging het nog niet over.
 
Toen wou ze gewoon naar huis. Kwamen ze in een dorp waar paaltjes geplaatst staan waar maar één auto door kan, zodat er één voorrang moet verlenen. Maar in hun rijrichting stonden auto’s geparkeerd. En terwijl Slow die aan ’t voorbijrijden was, kwam er ene van den andere kant “gevlogen” om toch maar eerst tussen die paaltjes te zijn en met een air van “ik heb hier voorrang, jij moet stoppen” bleef hij in ’t midden van ’t straat rijden. Knots tegen de spiegel van de escort, maar die was niet kapot. Ze reden dus verder, want dat water liep nog altijd hé … mske vond de stoppen ni meer.
 
Keert die kerel zich om en komt achter hen gevlógen. Zat hij te blikkeren met zijn lichten tot Slow stopte. Stapt dat mormel uit en Slow ook.
 
De aanblik van slow is op ’t eerste zicht nogal … imposant! Zeker als je naar omhoog moet kijken.
 
Vraagt die knuppel zo met een braaf stemmeke: “Mijnheer hebde gij geen schade?”
 

Slow: “Neen waarom?”.
 
Knul: “Je hebt diejen boenk toch gehoord, dan moet je stoppen”.
 
Slow: “Neen, ik heb geen boenk gehoord. Heb jij schade misschien?”.
 
Knul: “Neen, maar dat moet je toch gehoord hebben, spiegel op spiegel, dat hoor je altijd”.

Ineens realiseert mske zich dat die knul gaat proberen de schuld in Slow’s schoenen te schuiven en kwam al die gefrustreerdheid omhoog en ze wreef haar ogen af, trompetterde in haar zakdoek, stapte uit en zei, niet met een braaf stemmeke: “Zeg het eens, jongen, wat wil je nu eigenlijk? Wil ik er de politie bijhalen”?
 

Knul, niet meer zo braaf: “Als er zoiets voorvalt moet je stoppen. D’ander mensen hun klodden kunnen kapot zijn.”
 
Steenkoud mske: “Denk je nu écht dat “jouw klodden” mij momenteel ook maar één barst kunnen schelen”.
 
Knul: “Voor ’t zelfde geld kunne z’u tegen ne muur rijden”.
 
Steenkoud mske: “En dan is dat nog mijn probleem”.

En de adrenaline ging weeral goed en ’t was gedaan met blijten.
 
Maar ze zegt wel dat ze niemand zou aanraden om zoiets express te gaan doen, alhoewel ik vermoed dat die kerel dat wél express gedaan heeft.