Gisteren was een drukke dag, een zeer drukke dag. Daar was eerst het grote dossier van Meneer Van Schoonhuyzen dat af moest want dat was een deel van een groot geheel en de aannemer begon vandaag, er was het dossier dat Meneer Sloddermans gedurende twee maanden op zijn buro vergeten had en dat nu uitermate dringend was. De cherry’s gingen hier nogal. Toen bracht de facteur nog een dossierke van nog een andere klant.

mske keek naar de zending en zei: “wat er nu nog ontbreekt zijn dossiers van Meneer Vander Clocken”. Dat was dom gezegd van mske. Dat is op miserie roepen zoiets.

Want daar had je ’t al. Er kwam een telefoontje van een spiksplinternieuwe klant die informatie vroeg, die mske gaf en ja, de eerste dossiers stroomden binnen. Er kwam een mail van een eenmalige klant van twee jaar terug die nu ineens besloot dat hij van onze diensten gebruik wilde maken want hij had nogal wat achterstand. Sjaans dat mske goed stevig op haar stoel zat want toen kwam er nog een mailke van Meneer Van Schoonhuyzen. Tja, hij had gisteren het staartje opgemaakt van een dossier dat eigenlijk deel uitmaakte van dat groot geheel, en ’t was werkelijk niet lang, kon dat alstublieft … “Ik zal dat zo rap mogelijk doen” antwoordde mske, hem in het ongewisse latend of dat nu gisteren of vandaag zou zijn want ze gingen naar de kindjes.

Er zat elektriek in mskes hoofd. Er zat elektriek in mskes armen en Reddy Kilowatt liep constant voor haar ogen te flikkeren, maar er werd hier gewerkt, gewerkt, …

mske zond het dringende dossier naar Meneer Sloddermans, ze stuurde het lange dossier naar Meneer Van Schoonhuyzen en zei tegen Slow: “doeduwefrakaan, we zijn hier weg en misschien dat ik vannacht nog dat kort stukske maak, dan kan ik morgen uitslapen en daarna aan de normale gang van zaken beginnen”.