Sedert dit weekend is het voetbalseizoen gedaan. Alhoewel? Gedaan? Nu moeten ze nog wat napraten, nog wat dit en nog wat dat over wat voorbij is, speculeren over wie er weggaat, wie er bij komt. In de zomer ergens is er een fandag en dan beginnen ze al met de voorbereidingen voor volgend seizoen. Dat is zeker voor diegenen die anders niet weten wat doen.

Maar het is toch tijd om eens te overwegen of ze tussen de duiven blijven zitten of eens de andere tribune gaan proberen. Nu zitten ze achter de goal, eigenlijk boven de goal. Maar als ze van tribune veranderen, kan dat zijn dat je van links naar rechts moet kijken en dan vreest mske dat ze een stijve nek zou kunnen krijgen. “Het is genen tennis hoor” zegt Slow dan, maar mske denkt dat ze toch meer opzij zal moeten kijken want die wietens die spelen nooit in het midden. Oftewel voor den ene, oftewel voor den andere zijn deur.

Nog zoiets is, dat ze nu weten dat de mensen waar ze bij zitten relatief normaal doen. Maar er zijn zuiperds en brulapen ook. En dat vindt mske helemaal niet leuk. Anderzijds zitten Jan en Swa ook op die andere tribune en Wachtebroer is ook al verhuisd. Bovendien is blijven zitten helemaal geen garantie dat die andere relatief normale ook blijven zitten.

Pfffft …