Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Page 3 of 1204

Peerdevisschers

De echte

We reden richting huisje en ik bedacht luidop: “We zitten nu aan zee maar we hebben ze nog niet eens gezien”, waarop Luc onmiddellijk afsloeg naar de doorgang naar zee die we ons nog herinnerden van de vorige keer.

En Luc zei: “Er is er ene bezig”. En ja, ik zag hem. En ik begon een beetje stevig door te stappen door het mulle zand, over het natte strand … en ik dacht: “We geraken er niet”. Het was namelijk eb en het strand was onderbroken door de waterplassen die achterbleven. En dàt met mijn gifgroene sneakers. En zeggen dat die wandelschoenen in de koffer zaten …

Nu ja, we vonden ergens een passage waar we mits wat huppen en joepen wel door geraakten, maar de tweede, neen, dat konden we vergeten. En mijn groene sneakers waren écht wel belangrijker.

Ik ben, ondanks dat, wel tevreden over de foto’s die ik nam.

Het Estaminet

Oorspronkelijk was het dus enkel een vermelding, net zoals die van het “Bierkasteel1“, die Luc op de vakantieplanning had gezet. Het betrof “Estaminet De Peerdevisscher2” en Luc wou er gaan eten.

Anders dan de schitterende afwerking in de eetzaal van het “Bierkasteel” was de afwerking van “Estaminet De Peerdevisscher” niet minder indrukwekkend, maar dan -zoals gezegd- ànders. Oude gezelligheid in een vissershuisje. En wij hadden de laatste vrije tafel binnen, wat anderen niet deerde om buiten te gaan zitten om te eten.

Wij gaan beide gelegenheden wel onthouden voor een volgende keer, bij de eerste gaan we reserveren, bij de tweede hopen op een vrije plaats. Want één keer de voorlaatste tafel en één keer de laatste tafel … dat is meer geluk dan sjaans.

De foto’s

Navigo, het visserijmuseum3 ligt net voor het Estaminet en stond ook op de vakantieplanning.

Er is namelijk -nog tot 4 januari 2026- de tijdelijke tentoonstelling “Pèèrdevisschers” – portretten door fotograaf Stephan Vanfleteren4.

Die wilden we ook wel zien. En wat we zagen was echt wel de moeite waard.

Achterafke

De “peerdevisschers” zijn wel degelijk uitgegroeid tot een toeristische aangelegenheid. Op de foto’s die ik nam zie je de huifkar met nieuwsgierigen aankomen als de garnaalvisser te paard -de officiële benaming- uit het water komt.

In het “Estaminet De Peerdevisscher” maakten we er melding van en we kregen onmiddellijk een mooie prentkaart met op de keerzijde alle vismomenten voor 2025 waarop je de visser bezig kan zien. Bij enkele daarvan kan je ook aanwezig zijn bij het koken van de garnalen – op het strand weliswaar.

Dat doen we niet. We houden meer van het onverwachte, de verrassing. Maar het hééft wel iets.

En volgende keer loop cross ik dat duin niet meer over in gifgroene sneakers, goed geweten.

____________________
1 Het Bierkasteel
2 Estaminet De Peerdevisscher
3 Het Navigo – Visserijmuseum
4 Pèèrdevisschers – Stephan Vanfleteren

Blankaartse “Boomerasking”

Na een paar keer dat “De Blankaart1” wél op de planning stond maar het uiteindelijk toch niet lukte omwille van verschillende redenen, konden we er nu eindelijk in de Blankaart toch terecht.

En op de parking zag ik ze al, ik voelde het aan de haartjes in mijn nek. Ze stonden voor het informatiebord te dralen. En wij draalden mee, aan het andere bord. Omdat hij zag we geen aanstalten maakten om dat bord te bekijken heeft hij nog even zijn rugzak opnieuw georganiseerd.

Toen ze weg waren, bekeken wij het bord, namen er snel een foto van en gingen op stap. Aan het kasteel stonden ze te wachten, allee, eigenlijk was hij zijn rugzak aan het herschikken en wij liepen het andere paadje in. Onvriendelijk als ik was, heb ik wel even goeiedag geknikt.

Het was een opluchting om te zien dat ze niet volgden.

De wandeling vertrok mooi, maar we zouden ze inkorten voor een dom kleinigheidje: Luc was zijn steunzolen vergeten in het huisje in Oostduinkerke.

Op zeker ogenblik komen we uit het bos en komt het koppel uit het andere paadje. Op een verder zeker ogenblik loopt die wandeling de wei in. Op nog een ander zeker ogenblik staan er pijltjes in meerdere richtingen en op oriëntatie dacht ik te zien dat het paadje de bewoonde wereld inliep. En ik opperde dat we beter even op onze stappen terugkeerden om het paadje te nemen waaruit het koppel was gekomen.

En ze kwamen ons tegemoet. En hij vroeg: “Kunnen jullie daar niet door?” en ik antwoordde naar waarheid: “Ik zou het niet weten” en wandelde verder en dacht aan het artikel dat ik laatst had gelezen over “boomerangasking2“. Iemand stelt een vraag maar is niet geïnteresseerd in het antwoord. Die iemand wil alleen zijn eigen verhaal kwijt.

Ik wandelde verder en dacht: “Eens in het bos kijk ik wel om om op Luc te wachten”. Luc was er al snel. “Ze wilden naar Woumen” zei hij “en ik zei dat er wel een poortje was en toen ben ik je maar gevolgd”.

“Woumen” dacht ik en sprak met voorspellende stem: “Straks kan je in Woumen nog stoppen voor het zebrapad om hen over te laten”.

We maakten het toertje rond, iets drinken was er niet bij, de cafetaria was gesloten en we hadden vier kilometer en een sjiek op de teller.

In Woumen -in de auto natuurlijk- zat ik op mijn fototoestel mijn foto’s te bekijken toen Luc zei: “Kijk”. En daar sjokten ze de straat over, een twintigtal meters vóór het zebrapad, hij met het zweet op zijn gezicht maar nog steeds in zijn dikke vest, zij sjokkend er achter. Eigenlijk hebben we -eerlijk gezegd- zelfs niet moeten remmen.

En ik kreeg een gevoel alsof ik een ros was, een ellendig mens. Dat is bij mij nu eenmaal het alternatief als ik nu eens één keer beslis dat ik niet belief naar de verhalen van anderen te luisteren. Dan speelt mijn geweten me parten. Het ellendig gevoel is zo altijd mijn deel.

De Blankaart? Ik weet zo niet, ik heb de indruk dat het net zo is zoals bij vele andere natuurgebieden. Ze dienen als lokmiddel om je dan door een wei te sturen die je eigenlijk van het natuurgebied wegleidt.

Ik merkte wel dat er ook knooppunten waren. Vooraleer ik definitief mijn oordeel vel, ga ik die eerst eens uitstippelen. Misschien dacht ik die dag wel een beetje hard over dingen.

pske van mske:

    Aangezien het artikel van “Het Laatste Nieuws” voor abonnees is en enkel de inleiding zichtbaar is voor iedereen, heb ik het verder opgezocht en gevonden bij het artikel van “vrt nws3“.

____________________
1. De Blankaart
2 Het Laatste Nieuws
3 VRT NWS – url: https://vrtnws.be/p.nwblKoWGN

Weerzien in Roeselare

Toen ik las dat KOERS Museum van de Wielersport” veertig jaar Lotto in de wielersport zou vieren met een unieke tentoonstelling1, vroeg ik Luc of hij die wilde zien, dan konden we zo richting Oostduinkerke rijden en kwamen we er niet te vroeg aan om in te checken.

Het antwoord was niet bijster enthousiast, maar ook niet echt negatief, dus zette ik het met een vraagteken op de vakantieplanning. Maar ik ging wel even controleren op de website zelf2, kwestie van niet voor een gesloten deur te staan.

Toen ik echter las dat “KOERS” de oudste koerstrofee ter wereld kreeg3, een zegepenning uit 1869 van Justin Vandermeeren na zijn winst in Veurne-Adinkerke-Veurne was er al meer enthousiasme. Die konden we namelijk gaan bekijken … als we er toch waren, vond Luc.

Mijn mening over het museum is nog steeds dezelfde als die eerste keer, al was er nu inderdaad meer aandacht besteed aan Lotto.

(Lees verder onder de foto)

Maar die uitzonderlijk oude medaille? Dat was een zoekertje. Zo klein dat die was tussen al die reuzegrote trofees die er ook tentoongesteld waren.



____________________
1 Het Nieuwsblad
2 KOERS Museum van de Wielersport
3 VRT NWS – url: https://vrtnws.be/p.JN06jBmxw

Midweekske weg

Tja, de voorbije week. Dat is de periode dat we jaarlijks onze meivakantie hebben. Dan is het namelijk Lucs verjaarweek. En zoals naar gewoonte mag hij dan de bestemming kiezen.

Groot was mijn verwondering, verbazing en verstomming toen hij zei dat hij een midweek naar Sunparks in Oostduinkerke wou.  En dat nadat we in 2019 hadden gezworen: “Nooit meer“.

In januari 2024 waren we toch even overstag gegaan voor een last minute omdat we toch aan de kust naar enkele tentoonstellingen wilden.

Nog verbazingwekkender was het feit dat het ene na het andere voorstel op de vakantieplanning verscheen. De invulling laat Luc meestal wel aan mij over, nu kon ik met die voorstellen aan de slag.

Ook een minpunt? Er is geen wifi in die huisjes. Ik heb dus dat hele blog voor een hele week met inbegrip van gisteren voorbereid en gepland.

Dat had ik beter ook nog voor vandaag gedaan, want nu heb ik dit op een ongemakkelijke stoel in een koele hal op mijn telefoon getikkeld.

We waren er dus en het was eigenlijk te kort en we besloten dat we er wel nog terug wilden gaan, maar mits voorwaarden.

Nu begin ik al nieuwsgierig te worden met wat hij volgend jaar op de proppen gaat komen. Hij komt eigenlijk wel vaker verrassend uit de hoek.

Uiteindelijk kunnen nu denkelijk wel stellen dat onze antipathie voor dat park van voorbijgaande aard was, maar dat zwembad mijden we als de pest.

Jama Marja Ge moet snappen dat …

Van afblijfdag is niet afgebleven
Daarover heb ik wel wat gekeven
Mag ik even …

We konden vandaag maar weer ergens heen
Het probleem is en dat weet iedereen
Ik zeg nooit neen …

Midweek tussen drukke dagen gepropt
Omdat iemand nog een ideetje dropt
’t Wordt tijd dat ’t stopt!

Dat gedoe maakt me helemaal niet blij
Wat zou een agenda baten … tenzij …
Met “grrr” erbij?

[© ms – 30 april 2025]

Onbehagen

Onbehagen is een gevoel dat me niet echt onbekend is. Prettig is het niet. Maar het is er gewoon. En ja, ik weet waar ik het over heb.

Want stel dat je ergens een afspraak heb op een bepaald uur. Je vertrekt op tijd. Onderweg kom je achter een vuilniswagen, een lijnbus te zitten en alle verkeerslichten springen op rood. Je komt te laat. Dat vind ik ongemakkelijk, vervelend, …

of

Je hebt ergens een afspraak op een bepaald uur. Je houdt rekening met de vuilniswagen, de lijnbus en de verkeerslichten. Er is geen vuilniswagen, er is geen lijnbus en alle verkeerslichten blijven op groen. Je komt te vroeg en zit twintig minuten op een parking in je auto te koekeloeren. Dat vind ik ook vervelend, belachelijk, seutig ….

Onbehagen is het gevoel dat ik in een bepaalde kringwinkel krijg, telkens ik er binnen loop. Ik had het er al eerder over, maar het is er alleen maar erger op geworden.

Er overvalt me dan een gevoel van -tja, ik kan het niet anders noemen- onbehagen, onveiligheid, gevaar. Niet dat je gevaar lijfelijk moet nemen.

Maar kijk, er lopen daar meer medewerkers rond dan in andere kringwinkels in de regio. En eigenaardig en waarschijnlijk oorzaak van mijn gevoel, is wel dat ze, telkens ik iets bekijk, net daar moeten zijn om een pruts te verplaatsen. Bovendien bekijken ze mij als een wezen uit een rariteitenkabinet en grijnzen veelbetekenend naar elkaar.

Ik heb het ellendig voorgevoel dat ze me één van deze dagen zouden durven betichten dat ik steel. Zo lijkt het wel, zo gecontroleerd en bespied ik me daar voel. Soms denk ik: “ik laat mijn hobbezak in de auto”, soms denk ik: “ik neem mijn handtas niet mee”. Meestal denk ik: “Foert!” Ze doen maar.

Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, ook niet de eerste winkel. Ooit beschreef ik het hier al over een voorval in een Veritas winkel. Daar gaan we niet meer binnen. En ook dàt was niet de eerste keer.

Maar als mijn voorgevoel ooit moest uitkomen, dan komt er politie bij, al moest ik diegene zijn die ze contacteer.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Akelige herinnering

Als ik het over volgende oude herinnering wil hebben, moet ik toch eerst en vooral vermelden dat ze niet voor gevoelige kijkers lezers is. Ik weet zelf niet of ze echt is of niet, al geloof ik echt wel van wél.

Het moet ergens tussen mijn zevende en dertiende geweest zijn, aangezien we toen woonden waar het zich heeft voorgedaan.

Wij woonden in de huizen van de gendarmerie die gehuurd werden. Tussen twee van de hofkes liep een paadje naar de boomgaard met een poortje langswaar de eigenaar op gewenste en ongewenste momenten één of ander klusje te doen had in één van de huizen.

Die avond in kwestie echter gingen ze in die boomgaard een varken slachten. En aangezien klein en groot, dus alle kinderen incluis, er naartoe mochten gaan, kon mijn moeder ons zo goed als niet verbieden om er ook bij te zijn.

Veel herinner ik me niet meer omdat we, kind zijnde, meer speelden dan opletten. Behalve dan dat, toen men dat haar van het -zogezegd dode- dier ging afbranden, dat varken nog schreeuwde. Ik was er zo van gepakt dat ik dat tegen niemand vertelde, het er nooit met iemand over had.

Jaren later echter, ik was al getrouwd, had kinderen, kwam het gesprek nog eens op die rare huisbaas en vertelde ik het varkensverhaal, waarop mijn moeder uithaalde met: “Dàt is nooit gebeurd!”

Had ze gelijk? Had ze ongelijk? Ik weet het niet zeker. Alleen vraag ik me dan wel af waarom ik een herinnering heb aan verbrand vlees en hoe ik kon weten hoe een varken schreeuwde, aangezien ons werd verteld dat varkens knorden en geloof me het echte geluid van een schreeuwend varken stemt écht wel overeen met mijn herinnering.

Toen ik, in herinneringen verzonken, aan dat voorval dacht, ben ik gaan googelen en ik vond het1. En eerlijk gezegd, dat akelige beeld op die foto, dat komt ook echt overeen met hoe ik het mij herinner.

____________________
1 Erfgoedbank

Mag ik deze dans van U

Ik hield van dansen. Verleden tijd.

In een nog langer verleden tijd stond ik tijdens de turnles te kijken op mijn klasgenoten die zich in alle bochten wrongen tijdens iets dat de lerares “dansen” noemde omdat ze nog ons nog efkes de laatste vijf minuten van de les bezig moest houden. Ik deed niet mee, seutebie die ik was, maar ik was niet -helemaal- alleen.

Nog langer geleden was ik gek op de aangeleerde danskes die we deden op schoolfeesten en/of jaarfeest van de jeugdbeweging.

Eigenlijk is: “ik hield van dansen” een juiste beschrijving. Want na die ene turnles probeerde ik thuis voor de spiegel maar aangezien muziek nu niet bepaald geaccepteerd was bij ons thuis, behalve wat mijn moeder acceptabel vond zoals Marva en Elly & Rikkert, kwam daar ook niet veel van terecht.

Ondertussen leerde de volgende turnlerares ons wel klassieke dansen zoals wals en polka en weet ik veel. Twist en Charleston heb ik wel mezelf aangeleerd.

Uitgaan mocht ik niet, niet voor mijn 18de en dan nog enkel in het dorp waar we woonden of daar in de buurt. En daar speelden dan een paar lokale orkesten of Conny & de Rekels. Maar toch, dat ene lokale orkestje, daar gingen mijn benen op reageren en niet alleen mijn benen.

De zaaltjes waren klein, hingen meestal vast aan een dorpscafé. Er stonden oude houten stoelen en tafels, ordelijk en in het midden was een grote open ruimte … de dansvloer.

Ik kwam van die dansvloer niet meer af. Sedertdien was ik eigenlijk altijd de eerste die aan het dansen ging, zo een avond begon om 20u en ik moest ervan profiteren want om middernacht moest ik thuis zijn.

Als ik niet te voet thuis geraakte, kwam mijn vader me halen.

Eens het bal of het T-dansant of hoe het toen heette goed op dreef was, stonden tafels en stoelen wanordelijk en dienden ze enkel nog om jassen en sjakosjen op kwijt te raken.

Eens getrouwd was ik bij elk feest ook altijd op de dansvloer te vinden. Maar er kwamen minder feesten, de trouwlustigen raakten op.

Ook toen ik zelfstandige was en de printer druk bezig was met het afprinten van het gedane werk zette ik mijn muziek luider en dat waren niet Marva of Elly & Rikkert. De muziek waar ik écht van hield heb ik pas na mijn trouwen ontdekt.

Het laatste trouwfeest waarop ik heb gedanst was dat van mijn neefke. Toen al hadden er een paar wat lacherig gedaan over mij en de schoonzus van mijn schoonzus. Daarna zijn er geen feesten meer gekomen, behalve dat tijdens de coronacrisis waarvoor ik scheef bekeken werd omdat ik niet wens gesommeerd te worden als het me niet zint.

Als ik nu foto’s zie van uitgaande mensen staan ze allemaal op elkaar gedrumd te joepen met hun handen in de lucht. Er is amper plaats om te ademen, laat staan dansen.

Dansen? Dat doe ik soms achter mijn laptop een paar paskes of misschien eens in de keuken in een zotte bui.

Maar eigenlijk heb ik altijd graag gedanst.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Weer leven in de brouwerij

Onze klimop leeft en beweegt constant alsof hij getreiterd wordt door een aanhoudende jeuk of alsof hij constant staat te heupwiegen op de tonen van een liedje dat wij niet horen.

De uitleg is simpel. De mussen maken er hun speeltuin van. De houtduif is zeer actief en zit waarschijnlijk met een jong.

En wat me bovendien blij maakt, de merels zijn er weer. Na een jaar waarin we geen merel zagen omdat er een ziekte was, zitten ze weer in de klimop en smullen van de bessen.

De meesjes zijn ook teruggekeerd. Je zou denken dat ze eerder in de winter de voederhuisjes zouden aandoen, maar neen, nù vanaf de temperatuur stijgt. En ze komen nog steeds tot aan de voedersilo en de bolhouder voor het achterraam. Net of het van generatie op generatie wordt doorgegeven dat wij ongevaarlijk zijn.

Niks vermeldenswaard zou je denken maar ik doe het toch maar. Zolang die klimop maar vriendelijk beweegt en niet onder het ranselen van een onweer.

Die pee nog es

Op zaterdag kwam ik naar beneden en nog voor ik van de trap was stond Luc me op te wachten vragende: “Jouw blog. De pee. Moet dat geen peer zijn?” Ja, Luc is opmerkzaam en maakt me ook attent op typfouten.

Zeker nu die “r” weer kuren heeft en soms verkiest om niet te verschijnen. Maar dat zullen sommigen al wel gemerkt hebben in mijn reacties zeker?

Maar neen Luc, niet de peer maar wel degelijk “de pee”. En toen sloeg de twijfel toe. Dat heb je met onzekere mensen. Die gaan twijfelen aan zekerheden. Maar Google deed er nog een schepje bovenop, die had het ook over een peer stoven. Ik drong aan. En toen gaf Google schoorvoetend toe dat, in het Vlaams dialect, “een pee stoven1” gezegd werd.

Ja, dat dialect, dat is me wat. Want als ik jullie in mijn dialect zou vertellen dat we “eiten en weuttelen” gaan eten, zou Luc zeggen dat er “erten en pekes” op het menu staan.

Nu mag iedereen dat van dat “twijfelen aan zekerheden” enigszins letterlijk nemen, maar anderzijds weet ik dat zelf niet zo goed, of het niet gewoon een bewijs zoeken is dat ik nog goed bij de mijnen ben.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).

____________________
1 Vlaams woordenboek

Page 3 of 1204

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén