mske is altijd al een tegenstander geweest van acties die rondgaan om geld in te zamelen voor één of ander goed doel. Want ze vindt het nogal hypocriet om met een brede glimlach en een vette check op TV te gaan staan en ’s avonds je buurman te koeionneren omdat die per ongeluk een andere kleur heeft.
Daarom besloot mske dat ze liever zelf de handen uit de mouwen stak en ze gaven zich op als kandidaat pleegouders. Zoneke was 4 en Zus 1 en mske dacht dat het wel makkelijker zou zijn als je een kind tussen andere kinderen liet opgroeien. En er kwam iemand van de organisatie, die zei dat de positie van Zoneke, als oudste moest gehandhaafd blijven, net als die van Zus, als jongste en dat dat kindje daar dan moest tussenvallen, anders kwamen er sowieso wrijvingen. Ongeveer elke maand kwam die man langs en de avonden dat hij er was waren wel aangenaam tot hij eigenlijk méér een welkome gast werd.
Op één van die avonden vertelde hij dat mske weinig kans had een pleegkind toegewezen te krijgen. De reden was éénvoudig. De instellingen moesten genoeg kindjes hebben om hun subsidies te krijgen. En zulke kleine kindjes hielden de instellingen liever voor zichzelf want die waren gemakkelijker. Het was pas als de kinderen ouder werden dat de instellingen die wilden afstaan om in een pleeggezin te gaan. En mske was geschokt. Ze vertelde dat ook aan de man, die zich nadien minder en minder liet zien, tot het helemaal verwaterde.
Op een avond kwam iemand van het plaatselijke OCMW langs om te vragen of mske voor enkele dagen een kindje kon opvangen dat door haar moeder verwaarloosd werd. Het OCMW had de vader gecontacteerd en die zou het kindje komen halen maar eerst moesten de nodige formaliteiten worden vervuld. Toen het beebietje er was, kwam moe eens langs op ’t onverwacht en zag het beebietje. Net op dat ogenblik kwam de dame van het OCMW aan en kafferde mske uit! Omdat moe nu dat kindje gezien had en dat dat onder de grootste geheimhouding had moeten gebeuren.
Toen Zoneke 14 werd kreeg mske een brief om haar uit te nodigen voor een gesprek aangaande een pleegkind. Ze schreef daar over heen: “geen interesse” en stuurde de brief terug.
Wat denkte daarvan?