Bietentijd! Daar hadden we het al over.
Daarnet op de steenweg van Tienen naar St. Truiden wijst Slow met zijn neus en kin richting tegenliggers. “Zit er maar achter” zegt mske. Drie hooggevulde tractoren na mekaar, een auto of twee, een vrachtwagen, en dan nog een stuk of drie tractoren, waarna een sliert van auto’s kwam … zit er maar achter …
Even later remt de Betonac camionnette voor hen af. “We hebben ook prijs zeker?” vraagt Slow. “Ik kan niks zien” zegt mske “Betonac rijdt bijna in de goot”. Slow gaat wat meer naar het midden rijden en zegt: “daar zijn er toch een paar iets aan het inhalen”. Iets later, kan mske toch kijken en zegt: “Yep, we hebben prijs”. “Leeg of vol?” vraagt Slow. “Vol” antwoordt mske. “Nu ja voor dat stukske …” maakt Slow zijn zin niet af, want zij moeten iets verder naar rechts. “Hij kan er ook nog altijd afgaan” zegt mske. “Dat is dan afgang voor ons” zegt Slow.
Waarom ik dat nu vertel? Awel om aan te tonen dat ze hier ook serieuze gesprekken kunnen voeren.
Wat denkte daarvan?