Het begon met de kerstballen. Vorig jaar vond mske het afgrijselijk dat er nog twee eenlingen van ballen in die boom hingen die qua kleur en stijl niet pasten bij de andere. Daardoor had ze vorige week het idee opgevat om, samen met Amke en Ella kerstversieringen te maken in brooddeeg. Het liep vlot.
Maar toen wou mske toch eens een poging wagen om iets anders te maken. Ze wou eens een boerke proberen. Ze begon met zijn klompkes. Die lukten. Daar zette ze zijn beentjes op. Dat lukte ook. Ze tekende aan de achterkant de vorm van zijn gatje. Nu moest daar nog een romp bovenop. Aangezien ze niet wist hoe ze zulke kleine handjes moest maken stak ze zijn handen maar in zijn zakken, het was toch een boerke voor iets.
Toen nog zijn hoofdje. Daar moest mske toch efkes over peinzen. Terwijl ze dat deed kreeg Amke het in het snotje. “Maak jij een manneke?” vroeg ze. mske antwoordde bevestigend. “Ik zie dat aan zijn billekes” gniffelde Amke.
Aangezien het toch maar een probeersel was zette mske maar een rond bolleke als hoofd en tekende daar met een cocktailprikker een gezichtje in. Ze begon aan de pet. Het resultaat leek meer op een pannekoek, wat mske dan ook luidop zei. Ze zei woordelijk: “die klak lijkt meer op een pannekoek”. “Is klak een dialectwoord?” vroeg Amke terwijl ze hikte van ’t lachen om de pannekoek. Ze was solidair en poogde zelf om een pet te maken. Die viel nogal zwaar uit. Uiteindelijk was het mske die een deugdelijk model klak op het manneke zijn hoofd …
Was dat vent ondertussen toch zeker achterover gaan hangen en lichtjes ingezakt. mske foeterde wat. Amke kreeg nog erger de giechel en zei: “nu heeft hij dikke billen”. De populariteit van het boerke ging met een vaart de hoogte in. mske zette hem terug recht, pootte de pet op zijn hoofd, bekeek het geheel en zei: “ziezo, nu mag hij terug plat”. “Nééééé” riep Amke “ik vind dat een grappig manneke”. Ella trad haar onmiddellijk bij en verzekerde mske dat het echt wel een grappig manneke was en dat ze dat niet mocht platmeppen. Ze haalden er zelfs Slow bij. mske gaf toe.
En zo belandde het boerke in de oven. Waar en wanneer het gebeurd is weet mske natuurlijk niet, maar toen ze de platen met baksel uit de oven haalde stond het manneke scheef. Hij helde wat links en ook wat achterover. “Ik zal iets onder zijn hielen moeten steken” dacht mske. “Je zal wat onder zijn hielen moeten steken” zei Amke.
Toen hij helemaal, op zijn gezicht na, in de kleur stond, vond mske de kleur van zijn gezicht wat te flets. Om het op te fleuren gaf ze het boerke twee gezonde blosjes en kleurde zijn lippekes. “Een boer met lippenstift op!” gilde Amke en lag in een deuk. Ella deukte mee. “Arm boerke” schuddekopte mske en ze giechelden nog harder.
Al “wat is al dat gegiechel hier?” zeggend kwam Slow binnen. mske keek quasi-medelijdend naar het ventje en zei: “ze lachen met dat scheef boerke dat naar de hemel staat te kijken”. De hilariteit steeg ten top.
Uiteindelijk kwam nog discussie over wat er met het boerke moest gebeuren. Amke en Ella willen hem op hun kamer want daar staat al een boerderij. Slow wil hem in de glazen kast. Volgens mij is het laatste woord daar nog niet over gesproken.
magda
hèhè ,dat was zeker een jolige namiddag en hoe schots en scheef dat boerke ook mag zijn ,het zal het mooiste beeldje zijn van de hele kerstboom.