Het volgende heb ik ooit één keer verteld. Ik heb er een verkeerde reactie op gekregen, dus heb ik nu de reacties uitgeschakeld, enkel en alleen voor deze post. Dit bericht vertelt enkel iets en is niet voor interactie bedoeld.
Het is geen zielig verhaal, al kan het misschien zo wel lijken.
Er was ooit eens een heel klein meisje dat telkens met veel vragen en stil verdriet haar bed introk tot ze op zekere dag een aanwezigheid voelde die troostte. En telkens het kleine meisje zich gekwetst voelde was er die troost die ’s avonds op haar wachtte.
Had ze vragen, kreeg ze antwoord. Niet dat er woordelijk werd geantwoord, niet dat ze stemmen hoorde. Maar het antwoord dook altijd hier of daar per toeval op. Vele antwoorden vond ze in boeken die ze las.
Zo ging dat jaren en jaren door.
Ze heeft dus altijd sterk geloofd in het bestaan van iets hoger. Tot ze dus het verhaal vertelde en iemand zei dat dat een hersencel van haarzelf was. Dat heeft ze weggewuifd als nonsens. Want dat zou willen zeggen dat zijzelf alle kracht in zich had gehad om al die dingen te relativeren en te boven te komen.
Ik realiseer me dat het weg is. Ik heb gewoon het gevoel er alleen voor te staan, waarmee ik niet Luc of andere medemensen bedoel maar gewoon het gevoel van die aanwezigheid. Wanneer dat verdween? Ik weet het niet. Gedeeltelijk toen Zoneke kanker kreeg maar ook toen Max stierf.
Nu vraag ik me af of het geen afweersysteem is dat in werking schiet als je met zaken te maken krijgt die ogenschijnlijk boven je vermogen liggen en dan vind ik het unfair om dat zomaar aan te nemen ingeval er nu toch iets hoger zou bestaan. Ik ga niet zover dat ik zeg dat het niet bestaat, maar ik ben niet meer zo zeker dat het wel bestaat. Ik twijfel dus. Zoals de meesten waarschijnlijk.
Ik weet nu wel dat ik de situaties zelf kan oplossen en rechtzetten. Ik weet nu ook wel dat ik de vorige jaren steeds heb gedacht dat ik de miserie van een ander bij kon nemen omdat ik toch zo sterk ben, maar toch is er een overblijfsel. Ik leef constant met stress, zelfs als alles goed gaat. Die stress raak ik nooit meer kwijt.
Wat ik blijkbaar ook nog moet aanpassen aan mezelf is het schuldgevoel dat ik heb als ik niet werk als ik werk heb en dat terwijl Luc gewoon TV zit te kijken. Mijn verstand zegt dat ik gek ben, mijn gevoel houdt vast aan dat ingeprente dat elk plezante ogenblik dat ik heb pure verspilling van tijd is.
Ik heb het verwerkt, zij doet me niks meer. Het blog zit daar voor een groot deel voor iets tussen. Het wordt dus hoog tijd dat ik die kantlijn eens ga uitmesten. Ik was er al mee begonnen voor ze stierf maar dan om andere redenen.
Het volgend bericht is dus een ode aan dat iets, dat misschien ikzelf wel ben. De lezers zullen niet begrijpen wat het betekent. Ik wel.
Wat denkte daarvan?