We hebben ’s morgens zo snel mogelijk onze biezen gepakt, daar in dat kot in Manchester, hebben onderweg ontbeten en gingen op zoek naar Hadrian.
We hadden, zoals gezegd, geboekt in Carlisle. In die streek zie je overal de bordjes met “Hadrian’s wall”.
De planning was dat we daar eens een wandelingske van een kilometer of tien zouden doen. Maar het was die dag zo warm, zo snikheet dat we het wandelen er aan gaven en Hadrian zelf maar met een gewoon bezoek vereerden.
Die warmte zorgde er ook voor dat ik daar ’s avonds in Carlisle een winkel binnenliep om er een paar shirtjes zonder mouwen bij te halen. Ik had er drie bij me en we waren al drie dagen onderweg. “Durf je wedden dat het morgen niet meer warm is” zei ik tegen Luc. Hij wedt nooit.
’s Anderendaags kon ik inderdaad een shirt met mouwen verdragen, het was gevoelig koeler en in Ardrossan begon het zelfs te druppelen.
Gelukkig konden we met een vroegere ferry mee en toen we door die grote gapende mond reden, regende het pijpenstelen.
Benjamín
Ik weet niet of je veel gemist hebt door die muur van Hadrianus niet te bewandelen. Een muur is tenslotte een muur, of die nu tussen Carlisle en Newcastle, in Berlijn, in China of bij je thuis staat.
ms
Hadden we gewild, was het mogelijk om het traject Dover-Ardrossan in één dag af te leggen, maar we kozen ervoor om het zo aangenaam mogelijk te maken.
Daarom planden we alle dagen een wandeling. En dat kon evengoed aan die muur dan elders. Voordeel van die muur was dat we zowel het landschap als de muur mee hadden.
Al ik ooit in China passeer – wat zeer onwaarschijnlijk is – ga ik die muur ook eens bekijken.
De mijne hier thuis zouden dringend behangen moeten worden. Gelukkig die van Hadrianus niet.