Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Savogno

Zeventien was ik en met de CM op vakantie in Maloya, Zwitserland. Die vakanties van de CM waren destijds nogal ingeburgerd. Naar Zwitserland kon op je veertiende en dan op je achttiende. Dan kon je kiezen: winter of zomer. In de winter mocht het niet van mijn moeder. Daar kwam een vliegreis aan te pas en dat viel duurder uit. Ik leerde dus ook nooit skiën.

Op mijn zeventiende echter mochten ineens én de zeventien- én de achttienjarigen mee. Gelukkig had ik meer contact met mensen van een jaar ouder dan ik dan met mijn eigen leeftijdgenoten.

Het verschil met de veertienjarigen was wel dat het programma niet vast lag maar dat je dagelijks kon kiezen wat je de volgende dag(en) wou gaan doen.

We kozen voor een tweedaagse naar Savogno, dat lag in Italië. Mijn herinneringen zijn in die mate verwaterd dat ik wel herinneringen heb aan een schattig wijnhuisje dat vol ranken begroeid was maar of we nu echt van Maloya te voet zijn vertrokken. Ik weet het niet. Verder weet ik nog dat men ons vertelde dat Savogno in de winter niet bewoond was omdat het zo moeilijk te bereiken was. Daar vind ik helemaal niets van terug.

Wat ik wél weet is dat we die avond in een jeugdherberg gingen logeren en die bestaat nog steeds en is het ganse jaar open. Zover gaat mijn Italiaans nog wel.

Je kan wel denken -een achttal meisjes alleen in een refuge die in die tijd geen uitbater had- dat de pisomuurs op vinkenslag lagen. Wij wimpelden de heren af. We waren nogal vrijgevochten en hadden geen machogedrag nodig. Behalve één onder ons. Die zag dat socialiseren wel zitten maar aangezien wij, de anderen, de heren niet wilden uitnodigen om mee te komen eten, ving ze bot.

De volgende ochtend bij het opstaan, maakte ze een scène en verdween. Niemand van ons was ongerust. We waren er vrij zeker van dat we wisten waar ze te vinden was.

En dan leerde ik iets bij. Eén van ons volgde een verpleegstersopleiding en zij beweerde dat er wel flink gesekst zou worden. “Zal je wel zien” zei ze. Omdat we allemaal nogal stupide keken vervolgde ze dat je aan iemands ogen kan zien of die seks had gehad of niet.

Toen de vermiste opdook, seinden haar ogen: “zie je wel!” Ik zag niets. Maar ik zei dat niet. Stel je voor dat ik me belachelijk zou maken. De anderen zegden ook niets.

We zetten de afdaling in, de heren en die ene van ons liepen tien meter achter de groep, tot aan de plaats waar een busje ons kwam ophalen. Er werd daar achter nog wat afgezoend en eens op het busje bewasemde ze de achterruit en tekende er een hartje in.

Kon het nog zoetsappiger? Zeven paar ogen rolden bijna uit hun kassen van het rologen.

Werd dat meisje erop aangesproken, ik denk van wel, maar zeker weet ik het niet meer.

Voor zover het verhaal.

Maar weet je, ik ben al lang geen zeventien meer. Ik heb het al gegoogeld. Ik heb al mijn eigen ogen bestudeerd. Maar ik weet nu nog altijd niet zeker of je het aan iemand zijn ogen kan zien, of niet.


De foto is niet scherp, het fototoestel was nog niet goed wakker.

Previous

Sportief gelogd

Next

De dorstigen laven

4 Comments

  1. Er bestaan slaapkamerogen maar dat wordt hier niet bedoeld 😉
    Ik kan het ook niet zien aan iemands ogen. De leerlinge heeft alleen de klok horen luiden, iets gehoord van partners die elkaar in de ogen kijken na een vrijpartij. Die herkennen het wel.

    Ik heb gegoogled op ‘pisomuurs’ in het Vlaams woordenboek en kon de betekenis niet vinden Maar kan het wel raden.

    • ms

      Ik denk dat pisomuurs geen Vlaams maar Brussels is. Het betreft -zoals je waarschijnlijk vermoed- die jongens die telkens opduiken als er ergens iets voor/met meisjes te doen is of die ergens voor een woning van een meisje gaan hangjongeren.

  2. Ik leerde in NL de uitdrukking ‘zaadvragende ogen’… maar eerlijk gezegd weet ik nog altijd niet hoe die eruit zien… ook niet hoe ze eruit zien nadat aan de vraag werd voldaan… Een vroegere vriendin zei altijd dat ze het kon zien aan iemands ogen wanneer ze ‘het’ hadden gedaan. Ooit zei ze tegen mij… je kan wel zien dat je ‘het’ gisteren deed aan je ogen… ze zat er volledig naast…. Dus neen, ik geloof er niet in.

    • ms

      Ik eigenlijk ook niet. Ik geloof dat het inderdaad eerder een soort staving is van een verdenking of om een antwoord te krijgen op een vraag die ze niet recht op de man af konden stellen.

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén