Woensdagochtend, onderweg naar de Colruyt, zie ik de auto van de Watergroep met de chauffeur er in, terwijl een andere man de huizen langsgaat om de meters op te nemen.
“Maar allee” bedenk ik luidop “en dat met die Coronadreiging …” en denk verder in stilte dat ze op die manier in alle huizen binnengaan en zo het virus van de ene woning naar de andere kunnen meedragen. En wie is/zijn er op dat ogenblik thuis? Toch meestal gepensioneerden, een risicogroep dus.
Gisterenmorgen spring ik fris en fruitig uit bed, blaf nog wat, huppel lichtvoetig -dankzij Bascuul- de trap af en zeg tegen Luc dat de mannen van de Watergroep er niet in komen. Ze kunnen een kaart, die wijzelf wel zullen invullen, in de brievenbus steken. “Jama” zegt hij “ik dacht de deur van het kot los te laten …
Jaaa … dat zal wel, dan kan iedereen daar binnen.
“Tuttuttut” zeg ik “ik hang een briefke aan de bel” en declameer voor de vuist weg:
Beste mensen van de watermaatschappij
Jullie bezoeken ons, dat maakt ons blij
Maar gezien al die Coronavirussen
Vergeet het maar, ge kunt ze …
Wordt mijn dichterlijke bui toch onderbroken door Luc, die zegt met verschrikte ogen: “Zet er dan uwen naam maar onder, dat ze niet denken dat ik dat geschreven heb”.
Allee nu, wat is er nu mis met de raadgeving dat ze hun kaart kunnen bussen?
Tis toch een pateeke zé …
Matroos Beek
Hahaha schitterend! ?
ms
Wat zou een mens naar een voorstelling moeten gaan als de animatie in huis zit …
francky spruytte
Bussen was nu ook weer niet het woord waar ik aan dacht.
Goed idee.
ms
Tsss …
Bertie
Ik mis een rijmwoord maar het is duidelijk. ?
ms
Dat zei ik om ze te sussen …
Kniepertie
Je bent een meesterlijk dichter!
elsje
Ik vind ‘m leuk> Zo’n gedicht brengt licht in donkere tijden