Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Mag ik deze dans van U

Ik hield van dansen. Verleden tijd.

In een nog langer verleden tijd stond ik tijdens de turnles te kijken op mijn klasgenoten die zich in alle bochten wrongen tijdens iets dat de lerares “dansen” noemde omdat ze nog ons nog efkes de laatste vijf minuten van de les bezig moest houden. Ik deed niet mee, seutebie die ik was, maar ik was niet -helemaal- alleen.

Nog langer geleden was ik gek op de aangeleerde danskes die we deden op schoolfeesten en/of jaarfeest van de jeugdbeweging.

Eigenlijk is: “ik hield van dansen” een juiste beschrijving. Want na die ene turnles probeerde ik thuis voor de spiegel maar aangezien muziek nu niet bepaald geaccepteerd was bij ons thuis, behalve wat mijn moeder acceptabel vond zoals Marva en Elly & Rikkert, kwam daar ook niet veel van terecht.

Ondertussen leerde de volgende turnlerares ons wel klassieke dansen zoals wals en polka en weet ik veel. Twist en Charleston heb ik wel mezelf aangeleerd.

Uitgaan mocht ik niet, niet voor mijn 18de en dan nog enkel in het dorp waar we woonden of daar in de buurt. En daar speelden dan een paar lokale orkesten of Conny & de Rekels. Maar toch, dat ene lokale orkestje, daar gingen mijn benen op reageren en niet alleen mijn benen.

De zaaltjes waren klein, hingen meestal vast aan een dorpscafé. Er stonden oude houten stoelen en tafels, ordelijk en in het midden was een grote open ruimte … de dansvloer.

Ik kwam van die dansvloer niet meer af. Sedertdien was ik eigenlijk altijd de eerste die aan het dansen ging, zo een avond begon om 20u en ik moest ervan profiteren want om middernacht moest ik thuis zijn.

Als ik niet te voet thuis geraakte, kwam mijn vader me halen.

Eens het bal of het T-dansant of hoe het toen heette goed op dreef was, stonden tafels en stoelen wanordelijk en dienden ze enkel nog om jassen en sjakosjen op kwijt te raken.

Eens getrouwd was ik bij elk feest ook altijd op de dansvloer te vinden. Maar er kwamen minder feesten, de trouwlustigen raakten op.

Ook toen ik zelfstandige was en de printer druk bezig was met het afprinten van het gedane werk zette ik mijn muziek luider en dat waren niet Marva of Elly & Rikkert. De muziek waar ik écht van hield heb ik pas na mijn trouwen ontdekt.

Het laatste trouwfeest waarop ik heb gedanst was dat van mijn neefke. Toen al hadden er een paar wat lacherig gedaan over mij en de schoonzus van mijn schoonzus. Daarna zijn er geen feesten meer gekomen, behalve dat tijdens de coronacrisis waarvoor ik scheef bekeken werd omdat ik niet wens gesommeerd te worden als het me niet zint.

Als ik nu foto’s zie van uitgaande mensen staan ze allemaal op elkaar gedrumd te joepen met hun handen in de lucht. Er is amper plaats om te ademen, laat staan dansen.

Dansen? Dat doe ik soms achter mijn laptop een paar paskes of misschien eens in de keuken in een zotte bui.

Maar eigenlijk heb ik altijd graag gedanst.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Previous

Weer leven in de brouwerij

6 Comments

  1. Mooi verhaal MS! De wals, foxtrot, tango, we noemden dat geloof ik stijldansen, heb ik nooit geleerd. Nu het te laat is vind ik dat jammer. (Ik weet het, het is nooit te laat om iets te leren, maar ik zie me dat niet meer doen). Zoals jij dat vertelt, dansen tussen de stoelen en tafels in een cafézaaltje, daar ben ik nu wel jaloers op. Met een echt orkestje. En dan na afloop warm gedanst de donkere straat op om naar huis te gaan, het liefst had het een beetje geregend zodat de klinkers mooi glommen in het licht van die ene lantaarnpaal. Ik ben van de dorpsdisco’s die je vroeger had, veel herrie, onaanraakbare meisjes en slap Nederlands bier. Daarna een vette hap aan een snackkar. Dat had toch iets armoedigs.

    • ms

      Het orkestje speelde “Nights in white satin” en “Monia”, maar de disco lag op de loer.

      “Child in time” van Deep Purple speelden ze ook.

      En tijdens hun pauzes werd er gewalst (uit een jukebox … ??)

      De vette hap stond buiten aan de deur. 🙂

  2. Ik herinner me vooral de kleine dancings van eind jaren 70 begin jaren 80. Toen kende iedereen zowat iedereen. Later kwamen de mega dancings maar toen was ik al getrouwd en kwam er van feesten niets meer in huis. Zo’n mega dancing zou trouwens niets voor mij geweest zijn.

    • ms

      Zo’n megadancing voor mij ook niet.

      Maar die zaaltjes achter het café hadden toen al iets nostalgisch.

  3. Ik ben nooit een danser geweest, al heb ik wel gevoel voor ritme maar dat uit ik op een andere manier. Ik moest van thuis wel op dansles toen ik een jaar of 16 was. Mijn ouders vonden dat dat bij de opvoeding hoorde. Het heeft wel zijn nut nog gehad want ik werd door mijn toenmalige danspartner meegevraagd naar het galabal van zijn school. Toen ik op mijn 19de mijn man ontmoette op een T-dansant van de hogeschool was het dansen helemaal voorbij want hij bakt er niks van, heeft ook totaal geen gevoel voor ritme.

    • ms

      Ik had altijd gehoopt dat mijn man zou kunnen dansen. Luc danst wél … thuis in de keuken. 😁

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén