Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Hallo meneer!

Na de wandeling, waar we per toeval aan het militaire kerkhof van Sint-Margriete-Houtem langskwamen heeft Luc enig opzoekwerk gedaan naar die veldslag. Hij vond daarbij ook verwijzingen naar Necropolis, een begraafplaats binnenin een kerk.

Sedertdien liet hij een paar keer verstaan dat hij daar wel eens wou langsgaan.

We zouden zondag niet gaan wandelen, we konden even over de markt in Tienen lopen, de soldaten van Necropolis gaan groeten en bovendien -om te vermijden dat het ook tien jaar zou worden- de ruïne van de begijnhofkerk nog eens aandoen, al was het dan niet in het donker.

Op de markt, ach ja, wat valt daar over te vertellen, behalve dan dat éne blijde griet Luc begroette met een vrolijk: “hallo mijnheer” en uitlegde dat er binnenkort een rommelmarkt is, een benefiet. Wat of wie ze dacht dat ik was? Ik weet het niet. Luc en ik liepen nochtans gearmd. Misschien dacht ze dat het aanhangsel geen begroeting waard was.

De crypte in de kerk? Die was om stil van te worden. De kerk was in donker gehuld tot ik die deur open duwde en het licht me als het ware de sfeer in het gezicht gooide. Je kan het niet verwoorden noch kan je het op foto weergeven. Zij aan zij, elk met een grafsteen in eigen taal. Die achttiende augustus 1914 zijn er bij uitputtingsslagen 200 ongeoefende Belgische jongens gedood terwijl ze een geoliede oorlogsmachine hebben trachten tegen te houden.

Ze worden niet genoemd bij grote herdenkingen en ach, laat het zo blijven. Het serene van dat kerkje zou verloren gaan als het grote toerisme zijn weg zou vinden.

Al zijn wij geen kerkhoftoeristen en hebben soldatenkerkhoven ons nooit gelokt, al gaan we nog eens naar Vladslo -binnen tien jaar misschien-, toch is het goed even stil te staan en te overdenken dat de wereld er blijkbaar niets maar dan ook niets uit geleerd heeft.

De ruïne? Die was dicht, afgesloten met een fietsslot. Wat een ontgoocheling.

Gisteren heb ik de dienst in Tienen opgebeld. Die wisten me te zeggen dat de ruïne eigenlijk open moest zijn, maar aangezien ze afhangen van vrijwilligers om te openen en te sluiten …

In Grimde dus ook. Wat jammer dat ik die man zijn naam niet vroeg. Hij vertelde over de crypte en over haar ontstaan. De borden aan het kerkje kunnen het nooit zo warm verwoorden.


Foto’s van Grimde

Previous

Meer dan één facet

Next

Wrijving

4 Comments

  1. Ik kende het niet, maar ziet er indrukwekkend uit… van die griet moet je je niks aantrekken, sommigen kennen hun wereld nu eenmaal niet.

    • ms

      Die griet? Ach, als antireclame voor hun benefiet kan dit wel tellen. Dat is al wat ik daar van maak.

      Al is 1914 heel lang geleden, ik kon me niet van de indruk ontdoen dat sommige van die graven nog recent bezocht waren. En anders zal Tienen ze wel in ere houden.

  2. Dat heb je mooi en warm geschreven. Ik had er nooit van gehoord maar het lijkt me een bezoek waard.
    Geen grote aantallen toeristen als in Ieper of Verdun of andere bekende plaatsen, wel ontroerender.

    • ms

      We waren er helemaal alleen.

      Alleen op het kerkhof buiten de kerk liepen twee mensen, elk met een pot bloemen. Het was tenslotte moederdag.

Laat een reactie achter bij msReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén