De rommelmarkt van gisteren deed zijn naam alle eer aan: “een rommelmarkt” met de nadruk op rommel.

Zelfs de dozen met boeken zagen er uit of ze allemaal het zelfde soort boeken bevatten.

Plots zag mske het boek, het lag helemaal bovenop de doos en met een fikse graai, nam mske het boek en zei: “dat wil ik hebben”. Het boek kan eigenlijk even goed geklasseerd worden onder de noemer “rommel”, ware het niet dat er een ander verhaal aan vast zat.

Hoe het juist ineen gezeten heeft, heeft mske nooit geweten, maar feit is dat er bij hen thuis veel boeken van de Reynaert-reeks te vinden waren. Was dat nu een voorloper van ECI of de boekenclub? Dat zouden we moeten opzoeken maar daar hebben we momenteel niet echt zin in.

Die boeken stonden in dozen boven op zolder en als mske in haar vakantiedagen den boven moest gaan kuisen ging ze af en toe eens neuzen in die boekendozen. Vond ze er een dat haar aansprak, dan smokkelde ze het naar haar kamer om ’s avonds in bed, onder de dekens met een zaklamp te liggen lezen.

Op een dag gaf va haar eens een boek uit die reeks en zei dat ze oud genoeg was om dat boek te lezen. Toen mske naar de andere vroeg, zei hij dat hij wel zou beslissen wat zij mocht lezen en wat niet.

Zodoende ging mske gewoon door met het smokkelen van de boeken.

Hoe deze er tussen is geraakt, dat mag Joost weten, want het past niet bepaald bij de Reynaert-reeks. En hoewel het maar een zoetsappig verhaalke is, is het toch in mskes herinnering blijven hangen.

“De witte Hel” van Josef Martin Bauer was er ook een van. Maar dat heeft ze vroeger al eens gevonden.