Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

De visboer

In een tijd van lang geleden kwamen de melkboer, de groentenmarchand en de visboer aan huis. Op donderdag passeerde de visboer, die mochten ’s middags bij ons hun boterhammen opeten zodat ze niet in de koude in de auto moesten zitten.

Wij aten toen op vrijdag vis omdat de katholieken dat zo wilden. Maar ik vond het lekker.

We verhuisden en dan moet ik zeggen dat ik niet meer weet hoe en wanneer we thuis vis aten.

Toen ik trouwde kwam de visboer langs en kocht ik elke week vis. Kwam die nu op woensdag of donderdag? Ik herinner het me niet. In elk geval werd er steeds andere vis gekocht en niet alleen kabeljauw zoals mijn moeder eigenlijk deed.

En toen, toen verhuisden wij en kwam er geen visboer meer. We aten nog sporadisch eens vis.

Nu, met Luc, eten we wel terug meer vis, maar die komt dan van de Colruyt. We hadden met het werk geen tijd om naar de markt te gaan waar een visboer stond.

Of die visboer er nu nog staat, met die afgeslankte markt? Ik zou eens moeten gaan kijken. Ook weer een feit om eens meer afwisseling te krijgen, want bij Colruyt hebben we dan wel kabeljauw en roodbaars en pangasius, maar ik kan me niet indenken dat ik daar eens aan een griet zou geraken.

De ingemaakte, ingeblikte, opgelegde en andere vissoorten passeren hier ook wel maar ik denk niet dat men die bedoelde in het artikel, dat ik deze week las en waarin staat dat we eigenlijk twee keer of meer per week vis zouden moeten eten1.

Ik ben dus voorstander, maar geraak er eerst maar eens aan. Toch maar eens naar de donderdagmarkt gaan? Ik ben wel geen voorstander van markten, maar een mens moet er toch iets voor over hebben.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Previous

Albast in M

Next

Boeken met een verhaal

21 Comments

  1. Op de markt vindt je vast meer soorten vis. Griet heb ik geloof ik nooit gegeten, maar andere platvis natuurlijk wel. Toen we nog op het eiland woonden kwam mijn vader regelmatig thuis met een emmer bot of schar. Olie in de bakpan en dan de vis erbij, het hele dorp rook ernaar, maar dat gaf niet want iedereen stond in de schuur te bakken. Het probleem nu is dat de vis zo duur is! Een lekkerbek kost een half maandsalaris.

    • ms

      Onze markt is sedert een paar jaar veel kleiner geworden en de meeste plaats wordt ingenomen door planten- en kledijkramen. Ik ga er sowieso donderdag eens een kijkje nemen.

      Kabeljauw is inderdaad prijzig geworden tegenover vroeger. Maar als we naar Oostende gaan, gaan we ook eens bij de vistrap gaan kijken. Dan moeten we wel de frigobox meenemen.

  2. Vis at ik ook graag, er was een viswinkel tegenover ons waar we vroeger woonden.
    Gerookte makreel was een zaligheid, verse aal en schelvis aten we met mosterd en een botersaus, grote platte vissen met oranje vlekjes werden gebakken, enzovoort. (weliswaar Vasten, toch lekker eten🤔)
    Later verwaterde het, in een klein Brabants dorpje was niet veel aanbod.
    Nu eet ik alleen wekelijks een paar broodjes haring hoewel er viskramen op de markt staan, met een mini-aanbod vergeleken bij de kramen in de provincie Zeeland.

    • ms

      Mini-aanbod inderdaad. Maar vroeger kwam er in elk dorp wel een visboer langs. Veelal waren dat dan mensen van de kust en die hadden meer bij.

      Als ik ga googelen op “viswinkel” dan wordt het al Leuven.

      Er is hier eens een viswinkel geopend, maar die heeft het niet lang vol gehouden

  3. Ook hier kwam een visboer langs, lang geleden.
    De supermarkten leveren meer soorten dan het kraampje in ons dorp.
    Bij de laatste zie je veel kibbeling en gebakken vis verkocht worden.

    • ms

      Bij onze Colruyt ligt er ook wel bakharing, kibbeling en gepaneerde vis.

      Ook bij de diepvriesproducten hebben ze vis, maar ook veelal klaargemaakt.

      Ik ga toch in Leuven eens naar die visautomaat gaan kijken ook.

  4. Hier staan nog een drietal viskramen op de dinsdagmarkt. Daar kan je veel soorten vis kopen. Ik herinner me bij mijn ouders ook de tijd van vis op vrijdag. Soms afgewisseld met eieren maar geen vlees.

  5. Goede morgen ms, ik ben niet dol op vis eerlijk gezegd, soms eet ik wel vissticks maar dat is meer om even makkelijk te doen. Bij mij thuis vroeger, kwam de visboer op dinsdag aan huis, de bakker elke dag evenals de groenteboer en de melkboer. Die laatste twee kwamen nog met paard en wagen langs. Dan wilde ik altijd even het paard aaien en die een boterham geven. Dat laatste mocht niet omdat het dier een bit in de mond had . Aaien mocht wel en soms mocht ik tot de volgende straat even meerijden.

    • ms

      De bakker woonde bij ons om de hoek, die reed wel nog rond met een paard en een hoge kar.

      Vissticks eten wij héél sporadisch. De voorgebakken kibbeling uit de Colruyt ook.

  6. Dat halen wij wel … tweemaal per week vis. Maar ja, we wonen dan ook dicht bij zee.
    Ook in mijn kinderjaren kwamen al die verkopers bij ons aan huis. De soepboer, den brouwer naast de door jou genoemde melkboer, groenteboer en de viskar.
    Af en toe ook de ‘scharen-sliep’. De mazoutboer kwam enkel nadat je hem belde.

    • ms

      Ja, de brouwer, die moet er wel geweest zijn, maar die herinner ik me niet in die tijd, wel later, toen we verhuisd waren kwam er ene die ons kwam vertellen met wie we contact mochten hebben en met wie niet omdat ze van de basse classe waren.

      De scharensliep heb ik nog één keer gezien, maar die is wel meer gekomen terwijl we naar school waren.

      En de kolenboer kwam ook op afspraak.

  7. Ik houd niet van vis. Niet in het water, niet uit het water, niet op het bord. Zeg maar gerust dat ik vis(sen) vies vind.

  8. Ik kan mij hier helemaal in vinden, ik zou het zelf geschreven kunnen hebben.
    De vervuiling met PFAS heeft het echter nog ingewikkelder gemaakt. De vissers zijn hier niet meer te zien. Het is verboden om nog vis te vangen voor consumptie wegens te giftig. Het feit dat hier geen vis meer mag gegeten worden uit de Westerschelde, maakt het nog ingewikkelder. Vroeger las je bij ieder tentje: verse vis uit de Noordzee of Westerschelde. Daar moeten ze nu ook al niet meer mee aankomen…

  9. Wij hebben hier net over de grens een super goede vishandel. Je moet er wel je tijd voor nemen want het is er altijd stikdruk. Ze hebben alles, ook alle mogelijke zeevruchten en als ze iets niet in huis hebben (zoals bv. op dit moment griet omdat hij veel te duur is), dan kan je ’t bestellen. Wij eten nog nauwelijks vlees maar wel minstens vier keer per week vis.

  10. elsjeveth

    Och ja heel heel vroeger kwam bij ons ook de schillenboer langs. Mijn oudste zus werd een keer in haar schouder gebeten door het paard van de schillenboer. Zij boos, wij lachen 🙂 gemene zussen dat wij waren.
    Over de markt, hier in het dorp hebben we niet te klagen, 3 x per week staat de visboer op het plein. Onlangs kocht ik heekfilet, heel lekker niet zo schreeuwend duur.

    • ms

      Ik was/ben eigenlijk niet zo marktgezind. Maar we waren wel ooit op de markt in Landen. Maar daar blijft niet veel meer van over en ik was een paar maand terug nog bij het kiekenkraam, maar op de vis heb ik toen niet gelet.

Laat een reactie achter bij msReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén