Op een keer toen Zoneke van het werk, onder de middag thuis kwam eten, zag hij een vrouw met twee jongetjes. Die twee jongetjes gluurden in elke brievenbus van de straat en nét toen Zoneke zijn wagen op de parking parkeerde kwam het drietal aan mskes brievenbus en jà, Zoneke of geen Zoneke, de kleine trok de brievenbus open en graaide met zijn hand door de klep naar de brieven.

Toen Zoneke zei dat dat als schending van de private levenssfeer aanzien kon worden en dat hij dat niet tolereerde zei de moeder: “Jij bent een stoute meneer”.