Ooit bracht mijn moeder eens nootjes mee, apennootjes. We hebben er ons een aap om gelachen maar we lustten ze wel. Sindsdien waren ze regelmatig voorradig.
Het zal zo een twee weken geleden zijn, dat ik ze in de Colruyt zag liggen en ze mee graaide. Het was sedert mijn kindertijd geleden dat ik ze nog had.
“Apennootjes” vroeg Luc een beetje lachend. Hij heeft er niet van gegeten, ik wel, zo af en toe eens een handvol. De helft van de zak is over gebleven. Niet omdat ik ze niet lekker vond, dat niet, maar ik vond ze niet lekker ook niet. Zomaar iets om iets te knabbelen te hebben.
Ik ga ze niet opeten. Ik bedacht dat ik ze evengoed kan houden tot Amke en Ella hier nog eens zijn. Dan kunnen we ze aan een snoer rijgen voor buiten, voor de vogeltjes.
Vorig jaar na Kerstmis had ik heel wat kaarsen die ver opgebrand waren. Ik zou ze smelten en er nieuwe van maken. Dat zouden we doen als Amke en Ella hier nog eens waren. Het is er niet van gekomen. Het is weer bijna Kerstmis. Volgende keer …
Het nodige materiaal om tochtdieren te maken ligt hier al meer dan een jaar … Ik moet het niet verder vertellen zeker.
Ze moesten de kinders meer vakantie geven verdorie …
Mirjam Kakelbont
Reken maar dat jullie er plezier van hebben als je de noten buiten hangt. Pimpelmeesjes bungelen er zo leuk aan!