Zij was altijd al een stuk venijn
Niets of niemand kreeg haar klein
Om te lullen
Om te brullen
Stond ze op de eerste lijn.
[© ms – 15 juni 2016]
Zie je, dit rijmseltje dook ineens op in mijn hoofd toen ik nogmaals te maken kreeg met een gemenigheidje van iemand waarvan ik in het verleden al meerdere keren gemenigheidjes ondervond.
Nu weet ik dat mogelijk meerdere bekenden zich aangesproken zouden kunnen voelen en dan krijg je het: “wie het schoentje past” gevolg.
Want zie je, diegenen die denken dat het over hen zou kunnen gaan, weten dus dat zij in dat plaatje passen. Of niet?
Laatst was er nog zoiets waarover iemand tegen me zei: “ik voel me aangesproken” en toen ik vroeg wie dan de tweede betrokkene was, mij aanwees. Ik bedankte want neen, ik voelde me niet aangesproken.
Die schoen paste mij niet.
Wat denkte daarvan?