We zeggen niet waar, niet wanneer, het zal zo dadelijk wel duidelijk zijn waarom niet.

We komen aan een kruispunt waar verkeerslichten het verkeer in goede banen leiden. We rijden de grote steenweg op om een 200 m verder aan verkeerslichten links af te slaan. Er zijn werken in de tegengestelde richting. Ook na het links afslaan staat er een monsterachtige file. We denken: “amaai! En wij moeten ook nog terug.

Als we terugrijden en aan de verkeerslichten komen staat het licht op groen. Er staan bijna geen auto’s. Het wordt oranje en de eerste auto stopt. Als wij daar al heel lang, naar ons gevoel, staan, houden we de tijd in het oog. De rij auto’s na ons wordt langer en langer en we zien het einde van de rij niet meer.

Na nog eens tien minuten rijdt de eerste auto voorzichtig verder, door het rode licht. De tweede volgt.

Als die auto’s net op die steenweg staan, springt het licht op groen. Als die auto’s 20m verder zijn gereden, springt dat licht terug op groen.

Nu moeten ze mij eens uitleggen hoe een verkeerslicht 20 minuten op rood blijft staan. Blijkbaar was de prikkel van een doorrijdende auto nodig om ergens een contact te herstellen. Of zou het manueel gebeurd zijn? Zo iemand met een afstandsbediening die die eerste auto ziet doorrijden en denkt: “oei! Die staan daar ook nog”.