Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Daar was ze weer

Zoals zo vaak had ik geen oog voor mijn omgeving. Ik dronk mijn koffie en genoot. Toen Luc zei: “Daar heb je haar ook weer” wist ik eerst niet eens wie hij bedoelde.

Ik keek in de richting die zijn kin uitwees en zag iemand ook een koffie halen. “Wel, dat meisje die het over ouder worden had” zei Luc.

Ik genoot verder van mijn koffie, ik dacht dat het kind wel zou begrepen hebben dat ik het echt niet over dingen wou hebben waar ik geen belang aan hecht.

Het duurde wel even vooraleer ze de stoel naast mij nam en zei: “Hopelijk worden we deze keer niet gestoord” waarop ik onmiddellijk alle mogelijke storingen ging overdenken.

Wat bleek. Ze wou het verschil weten tussen vroeger en nu. Ik legde uit dat de tijd wel verandert, de omstandigheden en zo meer ook, maar dat de mensen in wezen hetzelfde bleven.

Uiteindelijk belandde ze bij de TV, daar was toch veel veranderd. Ja, in die mate dat je vroeger twee of drie uurtjes programma had en verder niets en nu het aanbod zo groot is dat je om zo te zeggen, alles wat er in de wereld gebeurt, op je eigen TV in je eigen huiskamer te zien krijgt.

Daar ging ze op in. Dat er zoveel programma’s zijn, maar dat de kwaliteit bedroevend is. Of vond ik dat niet?

Natuurlijk vond ik dat wel. Ik had laatst nog een fractie gezien van iets dat “Donderen in Keulen” of zo heet. Maar die fractie staafde me alleen in mijn overtuiging dat de BV’s nu enkel nog TV kunnen maken over BV’s en dan liefst op cafépraatniveau. Laag dus.

En de praatprogramma’s dan? Ik kijk geen (priet)praatprogramma’s.

Eindelijk waren we beland waar ze wezen wilde. Ze studeert ergens iets in de richting en zou graag eens een praatprogramma maken dat niet laag-bij-de-gronds is met mensen die iets te vertellen hebben.

Nu snapte ik het helemaal. Ze had het wat stuntelig en verkeerd aangepakt maar ik was een oefenproject.

We werden gestoord. In die mate dat er geen koffie meer gedronken werd noch gepraat.

“Weet je wat er anders is tegen vroeger?” vroeg ik iets later in het voorbijlopen. “Er zijn zoveel meer mensen op de wereld, dat je nergens nog alleen kan zijn”.

Nog later, eens thuis, bedacht ik dat ze dat misschien verkeerd had kunnen interpreteren, maar ik bedoelde het werkelijk zoals ik het zei. Ik had er misschien nog moeten bij vermelden dat je al echt in een mistig bos moest gaan lopen als je niet tussen een mensenzee wou terecht komen.

Previous

Manderscheid

Next

De laatste aflevering

11 Comments

  1. “Er zijn zoveel meer mensen op de wereld, dat je nergens nog alleen kan zijn”. Dat is het. Precies. Dat is wat me ook zo kan irriteren. Waar we vroeger alleen op het strand waren deze periode van het jaar. Het lijkt voorgoed voorbij. ☹️

    • ms

      Wij gaan dus ook liever in de winter naar zee om de overbevolking te mijden en inderdaad, er zijn wel meer mensen die zo denken.

      Dat je op wandel eerder sporadisch andere wandelaars tegenkomt stoort me niet, enkel als het zo heel erg druk is dat je de indruk krijgt dat je in een kudde wandelt, dan wel.

  2. Ik herken wat je zegt. Maar soms zijn er momenten dat je graag hebt dat er ook anderen zijn. Ik geef een voorbeeld. Gisteravond. Mijn vrouw moest tot laat werken – het werd 20.30 ipv 17u (maar dat is een ander verhaal). We wilden uit eten. Vrijdagavond is in Maputo en Matola (waar wij wonen) DE uitgangsavond. De meeste restaurants zaten stampvol – dus geen optie. We reden richting huis en probeerden een restaurant te vinden in Matola Cidade. Daar zijn in een drukke straat een stuk of vijf restaurants. Drie of vier zijn redelijk nieuw. We lopen er voorbij … geen hond te bekennen. Ik bedoel uiteraard: geen mens – geen eters. Dan zoeken we toch verder en gaan pas binnen in een restaurant waar ook een paar andere tafeltjes bezet zijn. Alleen in een restaurant … nee, liever niet.

    • ms

      Vroeger, toen er minder mensen waren, had je ook geen lege restaurants (minder dan nu, denk ik). Er is een verschil tussen gezellige drukte en overvol.

      Is het te druk, dan ga ik gewoon niet binnen. Alleen in een restaurant? Misschien niet zo gezellig maar wij deden het wel voor Lucs verjaardag. Prachtlocatie waar hij graag had getafeld, alleen kwamen de eters enkel in het weekend. En de leegte heeft ons niet gestoord.

      Sedert ik minder goed hoor, mijd ik restaurants eigenlijk een beetje.

  3. De mensen leven anders dan vroeger. In de jaren 80 was buiten de zomermaanden geen terras te zien of te vinden. Nu zitten ze met dikke kleren en zo’n hitte blazend toestel toch op een terras. Ook tijdens de weekend is er overal volk terwijl je vroeger dan geen kat zag. Er is veel veranderd de laatste decenia.

  4. Alles is anders maar niet helemaal, in wezen veranderen we niet. Denk ik.
    Alleen willen zijn of kiezen voor mensen om je heen, het ligt er maar aan waar je naar toegaat.
    Toen wij met ons drietjes de enige gasten waren bij de Chinees vonden we dat heel vervelend, maar als hij niet de hele maaltijd naar ons had staan kijken zouden we er anders over gedacht hebben .

    • ms

      Zo ervoeren wij het gebrek aan andere mensen in dat restaurant als aangenaam. Je moest niet oppassen dat je niet te luid praatte, je moest niet oppassen dat je niets miste, je moest niet oppassen voor gapers die verveeld rond zaten te kijken. En de bediening, die stond er prompt als we iets wilden.

      Nu niet dat ik speciaal naar een leeg restaurant zou gaan, maar het stoort me niet.

      Ik zal nooit naar een muziekfestival gaan, het idee alleen al. Naar een markt misschien wel, maar als het voetje voor voetje vooruit gaat, zal ik snel achteruit lopen en wegwezen.

      Mensen rondom mij kan wel, maar het mag geen overrompeling zijn/worden.

      • Mensenmassa’s mijd ik terwijl ik het als kind prachtig vond.
        Maar terugdenkend geloof ik niet dat de massa’s toen zo dik waren als nu behalve op de stranden in de vakanties.
        Amsterdam was de stad voor kleding en gezinsuitjes, of we in de jaren vijftig voetje-voor-voetje moesten schuifelen? Ik kan het me niet herinneren.

        • ms

          Wij gingen ooit als kind naar de Nieuwstraat naar de kerstverlichting kijken. Dat was toen nog een unicum. Nu heeft wel ieder dorp zo’n verlichting. In elk geval was het zelfs toen nog niet over de koppen lopen, wat je nu op een doordeweekse dag wel hebt in hartje Brussel.

  5. elsje

    Het bordje VOL prijkt volgen mij al jaren op onze geliefde wereldbol. Soms denk ik, waar, wie, wat …al deze mensen van A naar B van hot naar her…het kan me soms benauwen.

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén