“Ik ben efkes op de zolder” zei mske toen ze daarboven iets wou gaan bekijken. Maar ze zag dingen die ze niet wou zien, zoals tientallen dode wespen op het kleine zolderkamerke. Die tientallen dode wespen lagen heel broederlijk en zusterlijk samen met tientallen dode vliegen en mske begon rond te kijken naar het nest.

Ze had nog nooit een wespennest gezien en had het bij het verschijnen van de eerste dode wespen maar eens opgezocht. Maar daarboven op zolder vond ze niks gelijkaardigs.

Toen ze dat dan aan Slow vertelde, ging hij ook kijken en hij vond nog wat anders dat ze nóg liever niet hadden gevonden. Een van de kleinere balkjes van het dakgebinte is gebroken. Neen, neen, niet van het dak dat vernieuwd werd, het andere dak. En er was onweer op komst. Ze trachtten de balk te spalken met een nieuw stuk balk, maar dat lukte hen niet.

Gisteren is de dakwerker gekomen en heeft het probleem tijdelijk opgelost, zodat het kan wachten tot er tijd is om het definitief te repareren. Eigenlijk is het een meevaller bij een tegenvaller, het probleem is maar anderhalf balkske groot.

In elk geval, ze vertelden de wespenhistorie en de jongen zei: “hier zit er ene, maar die is dood” en “hier zit er nog ene en daar zit nog een koningin in” en … Uiteindelijk denkt mske dat ze met een gans nest nesten zitten, al dan niet in leven. “Oh” zei de jongen “eens met baygon rondgaan”. Volgens hem werkt dat, als de nesten nog niet te groot zijn. Maar die zitten wel allemaal tussen de nok en de nokbalk, niet bepaald zichtbaar als je er niet dicht tegen gaat hangen.

De aanwezige koningin kan het niet meer navertellen. De vraag “waarom plegen de wespen zo massaal zelfmoord?” blijft een vraag en het uiteindelijk resultaat is een foto van een wespennest in opbouw dat we op een glazen dakpan vonden.