Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Page 97 of 1204

Onweer op het blog

Toen het ooit begon met een eerste geboorteaankondiging op het blog en een tweede zo’n twee jaar later, kon ik niet vermoeden dat ik nu, na jaren, met een dilemma zou zitten.

Het is een feit dat ik toen niet dacht dat ik zo lang zou bloggen. Het is ook een feit dat ik me toen nog niet realiseerde dat de tijd ineens een sneltrein zou worden en ik nu, in plaats van met borelingen, moet constateren dat ze -zo goed als- volwassen zijn.

Wat met hun private levenssfeer? Is die nu niet geschonden door mijn regelmatig vernoemen van hun naam? Ik vroeg het hen. Ze zaten er niet mee.

Zodoende geraakte ik hierboven op de “Wie is wie” en vond dat die verouderd en aan verandering toe was. Ik had die ooit al eens aangepast, maar hij is dus terug aan vernieuwing toe. Hoe ik het moet aanpakken? Dat weet ik nog niet. Daar moet ik eerst nog eens over dubben.

En uit frustratie omwille van dat dubben, heb ik maar ineens de Instagram leeg gemaakt en het ding overal afgesmeten en het account verwijderd. Het zou nu nog een maand duren vooraleer die effectief verdwenen is, maar ik houd hem in het snotje.

Dus, aan allen die daar af en toe kwamen kijken, aan allen die ik volgde en die me nu niet meer gaan zien opduiken, ik heb er te laat aan gedacht om eerst even afscheid te nemen. Maar ach, de meesten lezen hier toch. En ik denk dat Frank De Boosere (de weerman), Natuurpunt en Natuur en Bos er niet wakker van zullen liggen.

Bijgewerkt:

Iets van lang vergeten

Amke en ik hadden het over taal. Waar zij eerder geneigd is om Engelse woorden en uitdrukkingen te gebruiken ben ik meer voor de Nederlandse benamingen.

Ze ging het ineens over taalpuristen hebben en ze lachte wat toen ze vroeg: “Weet je hoe taalpuristen een douche zouden vertalen?” en ze gaf zelf onmiddellijk het antwoord: “Een stortbad”.

Hilarisch vond ze dat.

Luc en ik bekeken elkaar met een plotse herinnering in ons hoofd en zegden quasi gelijktijdig: “Zo heette dat vroeger”.

Jawel, jaren geleden, toen nog niet ieder huis zijn eigen badkamer had, waren ze bij de CM-vakanties al voorzien van stortbaden. Maar vooraleer die goed en wel ingeburgerd geraakten plaatsen de meeste mensen eerst een ligbad of een zitbad waarna pas de douche zijn intrede deed.

De naam “stortbad” was vergeten.

Ik kan me nu ook niet herinneren hoe de klasgenote het noemde toen ze haast euforisch aankondigde dat er in ons hotel in Parijs ene was en we allemaal uitgebreid onder dat water hebben gestaan. Ik denk, met aan zekerheid grenzende twijfel, dat het toen al douche was.

Of ik er nu ga naar teruggrijpen? Ik weet het zo niet. “Ik ga douchen” is eenvoudiger dan: “Ik ga een stortbad nemen” of “Ik ga in het stortbad”, laat staan “Ik ga stortbaden”.

Moorsem

Op de dag dat we naar Aarschot wilden, moesten we nog even ons bestelde brood afhalen. Terwijl Luc dat deed en ik nog snel een paar briefjes in de ziekenkasbus duwde zag ik Pepijn van Landen.

Iemand had blijkbaar schrik gekregen dat Pepijn, die toch ook in regen en in wind buiten leeft, het koud zou krijgen. Getuige: deze foto.

(Lees verder onder de foto)


Onderweg naar Aarschot reed er een auto voor ons, een auto met een missie. Het bericht is niet voor ons bedoeld maar we staan er wel ten volle achter. Getuige: deze foto.

(Lees verder onder de foto)


Eens in Aarschot hadden we mooi prijs. Bij de bibliotheekverkoop vonden we nog enkele boeken waar we wel erg blij meer waren. We vonden o.a. een roman van Herbjørg Wassmo die ik nog niet had/las en een roman van Jo Claes voor Bollie, die zij nog niet had noch las. De andere vondsten waren kleinere toegiften.

Wat er daarna nog te beleven viel stond een poosje op de agenda in afwachting van deze boekenverkoop.

Luc had namelijk een artikel gelezen over de oude windmolen van Betekom1 die uitkijktoren werd.

Moesten wij dat niet eens gaan bekijken. Natuurlijk moesten wij dat eens gaan bekijken. Ik zocht en vond een wandeling van 9km die die molen aandeed. En daar, daar ga ik niet te veel over vertellen. Daarvoor zijn er foto’s.

(Lees verder onder de foto’s)

De wandeling? Veel bomen, veel stilte, veel paddestoelen, veel stappen en een bankske om te picknicken … precies wat een wandeling moet zijn.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/10/01/oude-windmolen-van-betekom-wordt-uitkijktoren/

Het geheim van Jim

Al zolang ik Luc ken had ik een geheim voor hem. Ik wist het eerst zelf niet meer tot ik er eens per toeval op stuitte en dacht: “Ach ja, dat moet ik hem nog eens vertellen”.

Maar weer vergat ik het en het geheim bleef waar het was, stil en verdoken en goed beschermd.

Tot ik vorige vrijdag, tijdens een praatje met Jim, het over inspiratie of geen inspiratie had en Jim zei: “Je moet dat geheim nog aan Luc vertellen”.

“Luc” zei ik “Jim heeft een geheim”. Want ja, eigenlijk ben ik de oorzaak maar Jim hád het.

Luc keek vragend en ik tastte in de zak van Jims’ schortje en haalde het kokertje er uit. Luc keek nog vragender. Ik haalde het dopje van het kokertje. Allee, dat probeerde ik want het dopje brak af.

“Wat is dat?” vroeg Luc en ik duwde het kokertje onder zijn neus. Hij trok een vies gezicht, waarop ik ook eens ging snuiven. Bah! Wat een stank!

Eigenlijk was het ooit eens romantisch bedoeld. In de tijd dat Luc en ik elkaar wel al kenden maar nog niet samen woonden bewaarde ik een klutske van zijn parfum in dat kokertje. Wel een beetje puberachtig voor een vrouw van middelbare leeftijd, maar ach ….

En daar is het al die vele jaren blijven zitten. Tot nu.

Ik heb het stinkend geval nu maar in de vuilbak gegooid, wel een beetje met pijn in het hart.

Een kwestie van nú

“Daar zakt mijn broek van af” pleegt men te zeggen bij bepaalde situaties. Gelukkig past mijn broek goed en is ze niet van het afzakkige type.

Maar toen ik las dat door de energiecrisis een koppel grootouders zien dat hun kleinkinders erg bedrijvig zijn bij het gratis afvalhout aanslepen, verzagen en stapelen en dat ze zelfs hun bed in de woonplaats zetten1, heb ik toch eens bedenkelijk gekeken en gaf de grootouders gelijk die stelden dat ze overdreven.

Ik ga het niet hebben over vroeger, vroeger is nu niet.

Maar in dit nu slapen Luc en ik nog steeds, het hele jaar door, in ons bed op de slaapkamer en dat met het venster open. Soms, als het regent, staat het op kiepstand, afhankelijk hoe de regen valt. Dicht? Heel af en toe. En dat is enkel en alleen als de kasseien uit de grond vriezen.

En aangezien we een geasfalteerde straat hebben …

____________________
Het Laatste Nieuws (artikel niet volledig leesbaar = voor abonnees)

Gallo-Romeins in Tongeren

We zouden het ooit wel eens bezoeken, zoals in

Ooit is een dorpke langs de lange baan. Je weet nooit wanneer je er passeert.

Maar toen we merkten dat onze kleindochter wel erg geïnteresseerd was in de materie besloten we “Ooit” maar eens op te zoeken in Tongeren.

We stapten er binnen maar kwamen niet bij de Romeinen terecht maar wel degelijk nog in de beginperiode van de voorlopers van de Homo Sapiens. Het stond er trouwens ook zo vermeld: “Van Neanderthaler tot Gallo-Romein”.

Mooi, dat wel. Interessant ook. Al snel bleek dat een museum bezoeken met kleindochter wel degelijk betekent: “alles gezien en beluisterd hebben”. Mooi!

Het duurde dus wel een hele poos om bij die Romeinen te geraken. Tja, dat was zoveel eeuwen geleden ook wel zo geweest.

De tentoonstelling over de Romeinen spande wel de kroon. Dat was wat ons het meeste aansprak. Echt zo erg de moeite dat we mogelijk na verloop van tijd nog eens wilden terugkeren.

Maar, we hadden ook gekozen om de tijdelijke tentoonstelling: “Imperum Romanum” van fotograaf Alfred Seiland te bekijken. En daar werden we effenaf stil van.

Als ik zulke dingen zie, die zo mooi zijn dat ik er geen woorden voor vind, dan ben ik liever sprakeloos dan woorden te spuien die te kort schieten. Ook op dit blog.

Hier was ik stellig. Hiervoor kwamen we zeker nog terug vóór die tentoonstelling afgelopen is.

Uiteindelijk heb ik besloten om me in te schrijven voor alle nieuwsbrieven van alle musea die we al bezochten. Die tijdelijke tentoonstellingen zijn soms wel heel erg de moeite waard.

Het derde deel van ons bezoek was dàt deel dat een mens terug met zijn voeten op aarde brengt.

Waar we de auto hadden geparkeerd in een zone: “In de week betalen, op zondag niet” stond ik pal voor de auto, eveneens sprakeloos door wat ik zag, maar dan niet omwille van de schoonheid ervan.

De klink aan de passagierskant was ingestreken met hondenstront. Ik wees er de kleindochter op, die vroeg wat het was. Ik riep Luc, die vroeg hoe ik nu ging instappen.

Ik nam een foto, ook van de hoopjes op het trottoir die wezen op opgezet spel, al was dat niet echt nodig als bewijs.

Ondertussen opende Luc de deur langs binnen -ik was niet zinnens eventuele raamgluurders het plezier te gunnen om me die klink te zien af kuisen- en ik stapte in.

Toen zag ik de achteruitkijkspiegel. Waar ik die altijd inklap als we langs een voetpad parkeren, zodat er niemand zou tegenlopen, wat niet bevorderlijk is voor de gezondheid van de spiegel noch van de tegenloper, stond die nu in de andere -verkeerde- richting geklapt.

Was het nu echt de bedoeling geweest dat ik eerst die spiegel zou zien en dan onoplettend in die kak zou grijpen?

Ik weet het, het is een futiliteit. Of toch niet? Iemand die iemand onbekend op deze gemene manier last wil bezorgen moet toch al minstens een hatelijk karakter hebben? Of vergis ik mij.

Als we er terugkeren zal die auto op de grote parking staan. Daar was op zondag een rommelmarkt. Parkeer dan maar.

(Lees verder onder de foto’s)

Maar ach! Laat me nu maar alleen het mooie herinneren. En volgende keer koop ik mij -ter compensatie- het fotoboek. Nàh!

Groot gevaar

Proloog zonder veel belang

In een ijverige bui begon ik al met het omwisselen van de zomer- en de herfstkleding in de kleerkast. Ergens druk doende hoorde ik een bons. Wat was het? Ik vond niks. “Ergens weer een van onze spokende huisgeesten die niet al te voorzichtig was” veronderstelde ik.

Wat later, sta ik op mijn laptop te laptoppen als Luc me komt vertellen dat de rookmelder van de eetplaats zomaar van het plafond naar beneden gedonderd was en op de vloer, niks te melden, lag te liggen.

Ouder worden

Ik stond aan mijn laptop wat te laptoppen, snoof … en snoof nog eens en zei: “Ik riek iets verbrand”. Meer niet.

Luc sprong, als door een wesp gestoken, van zijn stoel en in één wip door de deur. Die wist iets meer.

Wat later komt hij binnen en zegt: “Dat is iets dat ik nu nooit doe en voor die ene keer …”

Hij had de pan op het vuur gezet, was snel naar de wc gelopen en was de pan vergeten. Ik vraag: “Hoe zit het met de pan?” Dat wist hij niet maar … “Dat doe ik nu nooit en nu voor die ene keer …” zegt hij.

Hij draait zich om en loopt terug naar de keuken, komt terug en zegt: “Dat doe ik nu nooit zie en voor die ene keer …” Ik vraag hoe zit het met de pan?” Dat wist hij niet.

Hij loopt terug naar de keuken met herhaling van het refrein en hij komt terug met de vraag: “Waarom is die rookmelder niet af gegaan? “Dat doe ik nu nooit zie” zegt hij nog om even later terug te komen met de rookmelder die een piepgeluidje maakt als was hij op sterven na dood.

Luc haalde er, nog steeds al mompelend en sputterend tegen zichzelf, de rookmelder van de gastenkamer bij, die bij het testen ging schreeuwen als werd hij door honderd kraaien aangevallen.

“Zo moet dat!” zei Luc en bedacht: “Dat is zeker door van het plafond te vallen dat die kapot is” en hij keek zeer bedenkelijk. Hij liep weer naar boven. Ah ja, die rookmelder moest terug op zijn plaats en mopperde maar verder over “die ene keer” en toen hij dat bleef zeggen toen hij weer hier stond heb ik hem er even aan herinnerd dat hij dat al had gezegd.

Gelukkig was mijn neus in dit geval beter te vertrouwen dan een krakkemikkige rookmelder.

Noot van de blogger

De pan is intact en Luc? Wel, die zegt dat die ene keer, die ene keer zal blijven, maar we moeten wel een nieuwe rookmelder bij kopen.

De doodskisten

Wat vooraf ging

En dan komen we thuis van de Decathlon van Sint-Truiden met onze nieuwe aanwinsten en past die van mij al niet in die brillenkas. In het beschermhoesje van de vorige kon hij wel in, maar dat is niet zo stevig en niet bestand tegen schokken.

We zijn donderdag, voor we gingen zwemmen, maar naar Decathlon in Hannut gereden en zijn er twee doodskisten gaan halen en ik heb mijn hele zwemzak moeten ombouwen om die er in te krijgen.

Ik liep binnen terwijl Luc de auto voor de deur parkeerde en ik stond hem aan de kassa al op te wachten, met de twee kisten in mijn handen, toen hij binnenkwam. Het waren wel de twee laatste.

Dat ging wat vlotter dan brillen kopen.

Stoelendans

Waar we de wandeling de twee vorige keren “Belevingen in Bevingen” noemden, parkeerden we de auto nu, in het naar huis rijden van de Decathlon, op de andere parkeerplaats, waardoor het ineens de Cicindria wandeling werd, zoals ze eigenlijk heet, zonder die belevingen.

Waar de de tweede keer al hadden gemerkt dat er meer reuze stoelen stonden -de eerste keer was er maar één- heb ik er nu foto’s van gemaakt.

(Lees verder onder de foto’s)

Of de namen op de stoelen verwezen naar de maker ervan, naar een appel- en/of perensoort, ik had er het raden naar en ging googelen.

Zoals ik dus al half zei, zijn het reuzenstoelen … voor de reuzen van Sint-Truiden. Maar die ene, die Bigareau heeft al een beetje te heftige fratsen uitgehaald op zijn stoel. Waarschijnlijk is er een onbevoegde bovenop geklauterd en is er door gezakt. Dat is wat onbevoegden doen.

En blijkbaar zijn er meer dan de vier die wij zagen1, maar dan buiten het ons reeds verkende pad. Of we ze gaan zoeken? Ik denk het niet, al wil ik wel die langere wandeling doen.

____________________
Visit Sint-Truiden

Decathlon alarm

De zwembrillen! Daar was wat mis mee. Om welke reden dan ook, heeft de verplichte rustperiode de zwembrillen geen goed gedaan. Luc zwom constant in de mist, terwijl de mijne eerder bewolkt was. En er was geen verhelpen aan.

“Geen op sterkte meer!” besloot ik. Die sterkte was eerst en vooral al niet correct geweest en die brillen waren te duur. Het idee voor een grote duikbril met mijn gewone bril er onder voerde ik af. Wegens belachelijk.

We gingen elk een zwembril halen bij Decathlon en stonden daar te passen en te kijken, wat niet zo eenvoudig is, want het is nogal omslachtig als je telkens je bril moet op- en afzetten.

Gaat daar ineens een alarm af. Ik werd licht ontstemd want waarom moet men altijd beginnen blèren als ik in de buurt ben? Dat vragen mijn oren dan wel aan mij en niet aan diegene die blèrt.

“Iemand die naar buiten wandelde met de beveiliging er nog aan” dacht ik … tot iemand van Decathlon kwamen zeggen dat er echt brandalarm was maar dan wel om te oefenen. En wij allemaal -rapraprap- naar buiten …

… en daarna terug naar binnen om te herbeginnen. Bril op, bril af, bril op, bril af, …

Eigenlijk ging het meer over Luc. Ik zie, ik pas, ik ben content. Bij Luc lukte het niet zo goed. We hadden professionele hulp nodig. En daar kan je bij Decathlon niet over klagen. Behulpzaam zijn ze. Maar ook zij moesten even uitdokteren hoe het kwam en wat de reden was dat hij problemen ondervond.

Alles wat bij de versterkte glazenbril werd aangeraden rieden ze af, terug naar de regels zoals ik ze vroeger had gekend. Maar! Ze hebben ook speciale opbergdozen voor die zwembrillen om hem te beschermen en te verluchten.

Ik zag die, bekeek die en dacht: “Azo een doodskist! Die kan niet meer bij in de zwemzak” maar ik zei dat ik hem wel in de brillenkas van de andere zou steken.

Was dat hele verhaal nog niet hilarisch genoeg, breekt de kassierster de printer nog even uit omdat die weigerde ons ticket af te printen. Niet dat ze ze stuk deed of zo, ze haalde ze gewoon helemaal uit de houten plank.

“Dat is voor het zwart geld” zei Luc en we liepen al lachend en zonder alarm met twee -betaalde- zwembrillen de deur uit.

Wordt vervolgd …

Page 97 of 1204

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén