Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Page 105 of 1203

Over niks

Gisteren opgestaan met een geblokkeerde maag en bijhorende koppijn. Daar ga ik het nu toch niet over hebben zeker.

Ondanks dat toch maar naar de tweede etappe van de Ronde van Vlaams-Brabant gaan kijken in Ezemaal, mét zonnecrème aan mijn gezicht en mijn hoed op mijn hoofd. Het viel mee, ’t was tof. Maar ze hebben het altijd en overal al over koers.

Amazon heeft hun prangend probleem opgelost. In plaats van gewoon amazon.be gaan ze bij ons amazon.com.be1 heten. Iemand interesse? Anders ik niet echt. Ze doen maar. Ik lig daar niet wakker van.

Integendeel …

Na de koers heb ik een paracetamolleke gepakt en doorgespoeld met een halve liter cola en ben mijn bed ingedoken om er twee uur later zo fris als een hoentje terug uit te rollen.

Net op tijd om op TV naar de koers te kijken.

____________________
1 Het Nieuwsblad

In beeld met veel klank

Gisteren heb ik mij zenuwachtig gemaakt en dat is een onderdrijving. “Gisteren stond ik stijf van de zenuwen” komt meer in de buurt van het reële zenuwengehalte van gisterenavond.

Het is al een hele poos dat Microsoft het uithangt als het over foto’s gaat. Bij elke nieuwe aanpassing kan ik minder en minder. Nu hebben ze de manier gevonden om foto’s in hun programma te moeten bijwerken als je je haren niet wil uittrekken van errezze.

Je kan dus wel nog -als een vlo- van het ene naar het andere programma huppen maar met een hele hoop foto’s levert dat een hele hoop frustratie op.

En ik herhaalde nog maar eens: “De volgende is een chromebook” al is dat ook maar een bijkomende uiting van bovenvermelde frustratie.

En dan nog de namen van die schepen … pffftt. Ik wou al “foert” zeggen ware het niet dat die foto’s aan mijn mouw -die ik niet aanhad- zaten te trekken.

Bovendien ben ik niet zo heel tevreden over mijn fotoblog, ik vrees dat dat een heel slecht thema is dat ik daar gekozen heb. Dat krijg je als je je laat leiden door het uiterlijk.

Ze staan er op, vijf foto’s die ik, samen met die twee van gisteren, de schoonste vind. Er zijn er nog, maar ik moest wel kiezen uit heel veel zijkanten en ik vond “Roald Amundsen” wel een passende naam voor een mooi schip.

Voilà! Te bekijken op: “In beeld“.

Het verloren land

Het is een oud verhaal waar ik niet van in den beginne bij was. Luc vertelde het me toen we elkaar leerden kennen.

Hij was, vele jaren geleden, in 2001 om precies te zijn, naar Antwerpen afgezakt om Marc Wauters de gele trui te zien winnen in de tweede etappe van de TdF van dat jaar. Dat Marc Wauters die dag de gele trui zou halen wist Luc natuurlijk niet, dus dat was mooi meegenomen.

En daarna was hij nog langs de Schelde gereden om de Tall Ships te zien. Er zit momenteel wel wat de mot in het verhaal want er zijn hiaten in zijn herinnering. Kwamen ze toe? Vertrokken ze?

Feit is dat hij ergens in een dorp belandde waar een inwoner hem vertelde dat hij gewoon even verder moest gaan kijken, daar kon hij de schepen bijna aanraken.

Sedert wij elkaar kennen is Luc op zoek naar die plaats, de naam van het dorp weten we wel, we waren er zondag. We hadden een mooi zicht, ze kwamen erg dichtbij -al was dat “bijna aanraken” natuurlijk wat overdreven- zodat Luc zelf zei: “Het moet wel hier geweest zijn”.

Ik dacht: “Oef! Probleem opgelost”. Eens thuis rezen de twijfels. Het kan daar niet geweest zijn want toen hadden de schepen een bocht gemaakt waar hij stond.

Jammer is wel dat hij er telkens pas een dagen vóór die schepen in de buurt zijn over begint zodat we geen tijd nemen/hebben om eens te gaan kijken.

Toen hij zondag in de auto dan begon over “volgende keer” zei ik met zeurderige rode kop dat het nu voor even wel genoeg was geweest.

Maar we willen nog eens naar het Verdronken Land van Saeftinghe ook … wie weet of we dan niet even …


Het kleurke

Het is wéér van dat. Ze hebben me wéér liggen. Iets waar ik vroeger nooit last van had heb ik nu al voor de derde keer op een jaar tijd voor.

Ik ga weer tijdelijk als een tomaat door het leven, wat kleur betreft dan toch.

En ja, ik had zonnecrème mee. En ja, ik had mijn hoed mee. En neen, ik heb geen van beiden gebruikt. Ik vond het niet nodig. Er stond geen zon, alleen een windje.

En ja patat! Tomat!

Een ezel stoot zich dan geen twee keer aan dezelfde steen … maar wél drie keer?

Van de grote goesting

Na een week quarantaine, een week grote hitte, twee weken zonder en een warme autorit na het laatste museumbezoek, stopten we bij de supermarkt om stante pede een bak ijscrème in huis te halen en gingen we er bij thuiskomst maar eens rustig voor zitten om tot de conclusie te komen dat de bus gezouten karamelsaus een alarmerend “pffftt-geluid liet horen, gelukkig pas nadat mijn crèmeke al was voorzien.

“Wat nu?” vraagt Luc op zaterdag “Gaan we er halen?”

Op zaterdag? Naar de supermarkt? Neen toch!

Dan maak ik toch zelf gezouten caramelsaus zeker! Allee nu!

____________________

Recept: 100gr. suiker in 3 eetlepels water op zacht vuur, wachten tot suiker lichtbruin begint te worden, dan omroeren met garde tot massa goudbruin wordt, 100ml room (kamertemperatuur) toevoegen en roeren met garde tot saus homogeen is, 50gr. boter (in mijn geval margarine) toevoegen en roeren tot boter gesmolten is en saus glad is. Vuur uitzetten, zout naar smaak toevoegen (iets tussen een halve en een hele theelepel).

Een museum met wat meer

Het is niet echt de bedoeling om, telkens wij een museum bezoeken, dat hier kond te doen. Maar aangezien wij nu aan een inhaalmanoeuvre begonnen zijn, volgen ze elkaar wel iets sneller op dan voorzien.

Er was het museum dat we wel eens zouden willen bezoeken, maar er stond geen datum op. Het kon en het mocht wachten.

Er kwam nog wat bij kijken. Luc had een waardebon van 10€ in een sportwinkel waar wij haast nooit komen en die waardebon zou zijn waarde verliezen ergens in augustus. De twee samen dan maar?

De twee samen.

We reden naar Drogenbos, naar het museum van Felix De Boeck1, boer en schilder en waar Luc nog eens aan herinnerde toen hij ergens in juni het artikel2 tegen kwam over “Een museum, een boerderij en een natuurgebied: FeliXart-museum in Drogenbos”.

Eigenlijk liep het een beetje anders, een heel beetje andersom. Luc had het over FeliXart-museum en toen ik het bekeek zei ik: “Ah maar, dat is dat museum van Felix De Boeck”.

En ergens heb ik een herinnering aan Felix De Boeck maar ik kan er de vinger niet op leggen.

En weeral konden we achteraf zeggen dat we blij waren dat we er waren.

Voorlopig staan volgende museumbezoeken maar eerst gepland in september alhoewel …

____________________
1 Felix De Boeck
2 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/06/09/een-museum-een-boerderij-en-een-natuurgebied-felixart-museum-i/

De gradatie

Om naar “Vive le Vélo” te kijken moeten we alle weekdagen geduld hebben tot na de zoveelste herhaling van “De Kampioenen”.

Op de Nationale Feestdag begon dat vroeger, dan was het feest.

Gisteravond was “Vive le Vélo” zelfs al om tien vóór acht omdat de Red Flames om 21.00u een kwartfinale moesten spelen tegen Zweden en ja, daar moest “Vive le Vélo” niet op wachten want de Red Flames of de Zweden zijn -nog- geen kampioen.

Koerskampioenen zijn gelukkig flexibel … alleen was de ondertiteling dat niet. Die liep achter. Op die manier hoefde het dan al helemaal niet meer voor mij.

Tijd van sensibiliseren?

Als de grote massa toeristen vertrokken is, komt de actie om hun rommel op te ruimen op gang1; er is zelfs al sprake van GAS-boetes.

Als de grote massa mussen de voedersilootjes heeft leeg gevreten, komt de actie om hun rommel op de grond op de ruimen. Er komen geen GAS-boetes aan te pas. De mussen zijn gewoon kieskeurig en kieperen de zaadjes die ze niet lusten gewoon op de grond.

De houtduiven landen en kuisen het boelke op, de minder belangrijken onder de mussen zelf ook wel, daar niet van.

Gisteren kwam er ook een vink een bekje toesteken.


____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/07/20/na-warme-dagen-ligt-waterlijn-in-oostende-vol-afval/

group of people in a concert

Feest!

Vandaag is het Nationale Feestdag, dus vieren we feest. Hoe doen we dat? Met een nationaal défilé, militair weliswaar, en dan een volksfeest ergens in Brussel.

En wat is zo’n volksfeest? Dikke dichte drommen mensen drummen samen voor een podium waarop er ene vraagt: “Waar zijn die handjes?” waarop de dichte drommen laten zien dat ze handjes hebben. Of er zegt er ene: “En nu van links naar rechts” en de dikke dichte drommen gaan drummen en wiegen.

Mag dat niet? Dat mag. Maar in mijn ogen is dat geen feest, ik vind het zelfs niet feestelijk. Maar ik weet het, ik ben saai.

Ik herinner me feesten van vroeger -familiefeesten vooral- en trouwfeesten waar ik echt plezier aan beleefde. Het ging over mensen terugzien, bijbabbelen, wat lekkere spijs op tafel en een glas bier of een glas wijn er bij -twee mag ook- en bij de trouwfeesten een dansvloer.

Ik heb het gevoel -en de indruk- dat je voor het hedendaagse feesten eerst wel een fameus stuk in uwe zjilee moet hebben om er plezier aan te beleven.

En laat dat nu voor mij niet hoeven.

Mijn tijd van feesten is dus voorbij. Familiefeesten? Trouwfeesten? Ik kan niet meepraten, mijn oren kunnen geen conversaties meer aan in een groep. Dan zit ik er toch maar wat vereenzaamd bij en zou liever een boek uit mijn sjakosj kunnen halen.

Dansen? Als ik moet dansen zoals het nu gebeurt -in dichte dikke drommen op en neer staan springen of doen alsof- dan hoeft het voor mij ook al niet.

We eten vandaag wel een lekker zomerslaatje met een glaasje witte wijn erbij -of twee mag ook- en als we toch willen dansen, doen we wel de “forbidden dance” maar dan niet in de keuken.

Uitgelichte afbeelding:

    “Group of people in a concert” – Photo by Mark Angelo Sampan on Pexels.com.



Me and my double

Toen ik het artikel over de tentoonstelling1 van de foto’s van Vivian Maier las zei ik: “Die wil ik zien”. We hadden ruim de tijd tot 21 juli om in Brussel te geraken.

Maar toen begon het schuiven op de agenda. Allerlei activiteiten kwamen de planning verstoren, een nonkel van Luc overleed en we gingen naar de begrafenis met koffietafel en brachten covid mee, er kwam de -zelf opgelegde- quarantaine en voor deze week gaven ze die hitte.

Niet getreurd en geen paniek: we gingen. We gingen op uitgerekend de enige dag dat het mogelijk was tussen quarantaine en hitte in.

We stapten op de trein in Landen. Het is een beetje te zot om met een auto te gaan als Landen station zich op 4km afstand bevindt en je vanuit Brussel-Centraal -door de Ravensteingalerij2– zomaar de Bozar3 in loopt.

Zegt Luc voor ons vertrek: “Toch maar best water meenemen, die treinen staan al te vaak stil”. Hij had beter niet op malheur geroepen. Want iets voor Brussel-Noord stonden we … een half uur. Er was een probleem met de signalisatie in één of ander seinhuis4. In Brussel-Noord zelf bleef die trein ook nog eens een twintigtal minuten van de omgeving genieten.

We hadden water bij maar omdat het probleem niet in de trein zelf zat bleef de koeling wel werken.

Vivian Maier5 dan. Ik weet niet wat ik had verwacht, maar ik vond het meer dan de moeite waard en ik was verdorie blij dat we hadden doorgezet en waren gegaan. Het missen ervan was anders toch maar weer op mijn lever blijven liggen.

Nu bleef enkel het licht irriterend gevoel over haar leven hangen. Het feit dat ze in armoede leefde en overleed terwijl er later pas erkenning kwam … het zou niet mogen maggen.

Omdat we toch in Brussel waren en we toch een museumpas hebben liepen we eens bij Manneken Pis binnen ook, naar zijn garderobe kijken6, maar daarvan was ik blij dat we er niet voor moesten betalen. Dat vond ik kinderspel of iets voor toeristen.

We kochten een vers fleske water en stapten op de trein huiswaarts, die netjes deed wat treinen moeten doen, en we waren te laat thuis voor een middagdutje. Dus viel ik maar bij de koers in slaap.


____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/06/07/vivian-maier-de-kinderoppas-die-na-haar-dood-een-fotografe-van/
2 Ravensteingalerij
3 Bozar
4 Het Laatste Nieuws
5 Vivian Maier
6 Garderobe Manneken Pis
____________________

Page 105 of 1203

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén