Maar zelfs daarover heb ik blijkbaar niet veel te palaberen.
Na een ontgoochelde moeder die een zoon wou en een dochter niet goed genoeg vond, na de weigering om atletiek te doen omdat dat niet voor meisjes was, na een collega die voor de grap …, na een baas die vond dat de vrouwen voor de koffie moesten zorgen, na … en na … en na … en nadat ik me heb voorgenomen dat ik me er niet meer wil in ergeren omdat ik er genoeg van had.
Genoeg van maar weer een kliek gepiemelden die denkt dat hun heiligheid je weet wel waar zit en me dus gaat vertellen dat ik in Gods ogen minderwaardig ben. Ik zal dat geloven op de dag dat God zelf me dat komt vertellen, maar niet van een vent met een kleed aan.
Ik overwoog al me te laten ontdopen. Maar dan blijkt dat een papieren procedure te zijn, want -volgens horen zeggen- blijft de politieke kliek dan voort subsidies geven aan de heilige kliek voor het aantal gelovigen op hun lijsten, maar waarvan ze de doopweigeraars niet schrappen.
Voor wat ik geloof kan je niemand -behoudens God zelf, mocht je Hem tegenkomen- subsidies geven, ik hoor bij geen kliek.
Conclusie (voor zover “volgens horen zeggen” juist is): een vrouw, die me niet wou, heeft beslist dat de politiek, die ik ook niet wil, geld geeft aan een kerk, die ik zeker en vast niet wil.
Erger ik mij daar aan? Ah neen toch. Ik nam me al lang geleden voor dat ik dat niet meer zou doen.
Waarom ik er nu over begin? Omwille van een artikel in de krant waaruit blijkt dat een Belgisch verzoek aan de paus wellicht te ver gaat1.
En daar ga ik dan enkel eens mijn schouders ophalen en er een log over schrijven.
____________________
1 Het Nieuwsblad