Weet je waar ik -en Luc ook- een meer dan gloeiende hekel aan hebben? Aan van die situaties waarin je, welke oplossing je ook kiest, toch de verliezer bent omdat er geen juiste oplossing blijkt te zijn of dat je die niet kent.

Laat ons nu toch -twee weken terug- op één week tijd twee zulke situaties hebben meegemaakt.

Eerst gaan we die band oppompen, weet je nog?

Er staan twee mannen aan het tankstation. Wat staan die twee mannen daar te doen in het avondlijk donker? Ze staan. Ze kijken naar onze aankomende auto. Ze staren.

Luc blaast lucht in de band en ineens staat die ene man daar te glimlachen met een paar briefkes van 20€ in zijn handen en hij vraagt of wij niet voor hem willen tanken, hij zal ons betalen.

Zoals we zo vaak in de krant lezen mag je dat nooit doen als je dat meemaakt op de autosnelweg in Frankrijk. Maar we waren, gewoon bij ons, in Landen.

Luc wimpelt dat af. Daarna voelden we ons echt hettefretters. Hadden we het wel gedaan en het ging fout zouden we ons ultra stom hebben gevoeld.

Wat moet je doen om juist te doen en om je daarna niet opgelaten te voelen?




De tweede situatie was iets heel anders. We komen ergens buiten. Van de auto die naast ons staat geparkeerd, staat de achterdeur open. De gsm ligt vooraan op te laden. Ik ga het binnen even melden. Ze gaan het doorgeven, maar als ik me aan de deur omdraai staan ze achter die balie nog steeds verder te lameren.

Op de parking loopt een medewerker rond. Luc wijst de openstaande deur. Ze gaan het binnen doorgeven. Maar wat dat gaat geven had ik pas nog gezien. Misschien kunnen we die deur dichtduwen, opper ik. “Neen” zegt Luc “als dan een alarm afgaat …” “Ach ja” zegt de medewerker “duw die maar dicht” en loopt verder.

“Neen” zegt Luc tegen mij “dat doen we niet” en hij begint rond onze auto te lopen om in te stappen. Ik twijfel, trek mijn hand in mijn mouw -vingerafdrukken, snap je- en geef die deur een optater. Ik doe echt niet alles wat Luc zegt. Hij trouwens ook niet als ik iets zeg.

“Wat als die zijn sleutel daar nu nog opzit?” vraagt Luc. “Dat is dan zijn probleem” zeg ik, stap in en trek mijn autodeur ook dicht en foeter in mezelf dat ik/wij er toch niet alleen maar zijn om anderen uit de brand te helpen en even later foeteren we samen dat het ons toch altijd moet overkomen.