Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Koffie (Page 1 of 2)

Mon Amour

Stel je voor: dinsdagmorgen – 6.30u – ik open mijn ogen – wil snel de nieuwsberichten overlopen – wééral voetbal – Mon Amour? – Huh? –

Als ik ga lezen, leer ik dat één van onze prinsen verliefd is en ik denk niet: “WTF!” Natuurlijk denk ik niet “WTF”, ik denk zo niet, ik denk in ’t Vlaams en dan luidt het: “En wat dan nog?”

Ik sla het dekbed open, gooi mijn benen uit bed en spring ze achterna en na een passage over de passerelle, de badkamer en de palier, kom ik beneden, giet mijn zjat koffie vol en schuif aan bij het ontbijt. En ik overdenk luidop:

Die jongen, want ja, prins of geen prins, een knul van achttien is een jongen, komt net boven het maaiveld piepen en is verliefd. Dat overkomt niet-prinselijke jongens ook wel. Maar waarom moet dat in de gazet? Laat die jongen van zijn verliefdheid genieten, ongestoord.

Volgende bedenking: hij moest het dan maar niet op zijn Instagram zetten? Maar dat er wél op zetten is óók zijn goed recht.

Waar wringt de schoen? Dat de gazettenmensen ons laten betalen voor de gazet, waar de reporters betaald worden om nieuwsberichten te schrijven. Vroeger moest je daarvoor studeren. Nu lijkt het wel of enkel de sociale media volgen en kunnen lezen volstaat voor sommigen.

En ik ga verder, zeggende: “Maar ach ja, het stond in “Het Laatste Nieuws1” daar betalen wij tóch niet voor, ik zal er maar niks van op het blog zetten zeker …”



En dan zegt Luc: “Ik zag die titel ook … in “Het Nieuwsblad2” … en ik denk niet: “WTF!” Natuurlijk denk ik niet “WTF”, ik denk zo niet, ik denk in ’t Vlaams en dan luidt het: “Awel merci!”

Vandaar …

Uitgelichte afbeelding: ____________________
1 Het Laatste Nieuws
2 Het Nieuwsblad

AI is een beetje wachten

De voorbije week in Erperheide, tijdens mijn dagelijkse koffietassen in, las ik:

Zo maak je zelf de mooiste beelden met AI1.

Het leek zo simpel dat ik het toch eens wou proberen. Ze gaven wel de goede raad mee om op te passen met auteursrechten. Daar zou ik dan wel extra goed moeten op letten.

En ik gaf volgende opdracht in:

Oudere vrouw met lang grijs haar in lage paardenstaart en grote man met snorrebaard wandelen door een regenwoud met reuzegrote bomen omringd door prachtige vlinders.

Daarna moest ik wachten … En ik wachtte. Na meerdere minuten kreeg ik volgend scherm te zien:

(Lees verder onder de foto)

En ik typte het volledige voorgaande log met inbegrip van het bijsnijden van de schermafdruk en de hele santekraam en ik pelde mijn ochtendappelsien en at een paar partjes en … na een half uur gooide ik het boeltje dicht.

Wie nu denkt dat ik opgaf, denkt verkeerd. Ik zou het zoals het de modernste logica betaamt eens in het Engels gaan zeggen. En ik kreeg zo goed als onmiddellijk volgend resultaat:

(Lees verder onder de foto)

En ik dacht: “Potvolblommen, ik had erbij moeten zetten dat die man een hoed moest op hebben”.

____________________
1 Het Nieuwsblad

De onwil van de mensen

Er zijn van die situaties waarbij ik denk dat ik wel degelijk verwaarloosbaar ben. “Iets gaan drinken” is iets dat ik toch link aan een prettig vooruitzicht. Dat is het dus niet. Dat leerden de talrijke tegenvallende keren me. Ik word genegeerd, zit minutenlang te wachten tot er ene zich verwaardigd tot … of sta op en ga weg.

En dan mogen ze nog zeggen dat ze ons wel gezien hebben, dat we niet ongeduldig moeten worden, de realiteit is -vaak- anders.

Getuige dit volgende voorval:

Op één van onze tussenstops onderweg, willen we toch even het sanitair bezoeken en aangezien het nog vroeg is, stel ik voor om in de cafetaria iets te gaan drinken.

In de cafetaria zijn ongeveer vier tafeltjes bezet en er is ruimte zat. Er staan twee mensen achter de toog.

Luc en ik gaan zitten en wachten. En we wachten. Wat ze doen achter die toog? Ik zie het niet. Na een poos kijkt Luc naar de tijd. Na nog een poos kijkt hij terug naar de tijd en zegt dat er tussen de twee keer kijken zes minuten verstreken zijn.

De toog ziet er niet naar uit om verandering te brengen in de situatie als plots twee mannen binnenkomen en de toog met stralende glimlach iets vraagt en twee pintjes begint te tappen …

Waarop de dees het beu is, recht staat, naar de toog loopt en zegt: “Een koffie én …” Ze onderbreekt me met:

Ich komme gleich!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Ze staat haast onmiddellijk met mij terug aan het tafeltje en Luc stelt voor onmiddellijk te betalen als ze het gewenste komt brengen want, zo zegt hij: “anders kunnen ze ons hier nog eens tien minuten laten wachten”.

Ze komt wel redelijk snel deze keer en als Luc vraagt om af te rekenen, zegt ze:

An der Kasse bezahlen, jà!

Het klinkt niet vriendelijk. Het klink niet onbeleefd. Het klinkt gewoon kortaf.

Deze keer is het Luc die net achter haar aan die kassa staat, waarna we onze koffie en ons glaasje fris op ons gemakske kunnen uitdrinken.

Als ik het boeltje wil afruimen staat ze wel onmiddellijk daar om over te nemen, maar deze geste kon het voorgaande niet goed maken.

Twee pogingen

Toen we, tijdens de boerenprotestacties, naar de Colruyt gingen, zagen wij wel de bon die aangaf dat je bij aankoop van twee potten van mijn favoriete koffie een korting kreeg, maar we zagen geen koffie. En in de Colruyt in Sint-Truiden stond ook geen koffie. Dat zag ik toen ik er in het voorbijrijden even binnen wipte.

Toen Luc deze week in de folder van de Colruyt keek, zag hij dat je bij mijn favoriete donkere Leffe 0,0% 25% korting kreeg voor 12 blikjes, maar 30% korting voor 18 blikjes. Maar er waren niet zoveel blikjes.

We gingen niet speciaal daarvoor naar de Colruyt, maar we hadden nog wel andere zaken nodig, die er de vorige keer, door de blokkades, ook niet waren.

Zodoende stapten we vóór het zwemmen onze Colruyt binnen. Luc zag al vlug dat het aanbod aan toespijs nog steeds beperkt was en stelde zich met minder tevreden.

De koffie en de Leffe waren er ook niet, maar ach, daarvan staan er hier nog wel, we kopen niet alles op het allerlaatste ogenblik.

De appelsienen vond ik erger. Omwille van mijn unfair mechanisme, eet ik veel fruit: een appel, een appelsien, een mandarijn en een banaan staan dagelijks op het menu.

Maar ach, het is wat het is en het zij zo. De Colruyt kan het niet helpen en de boeren begrijp ik ook wel.

“We kunnen na het zwemmen nog wel eens in die van Hannut gaan kijken” opperde Luc want ja, die vestiging ligt dichter bij het zwembad dan die van Landen.

Zo gezegd, zo gedaan. En hoera! We kwamen naar huis mét appelsienen, mét Leffe en een beetje meer keuze in toespijs. We konden ook nog twee andere producten van ons lijstje schrappen. De koffie … helaas niet. Maar kijk, van alles wat we wilden meebrengen, staan er nu nog maar twee op de boodschappenlijst.

Ze hadden het gezegd, ze hadden het in de gazet gezet, dat het wel twee weken kon duren eer alles terug aangevuld zou geraken.

En een verwittigd man is er twee waard, al is één van beiden dan een vrouw.

Uitgelichte afbeelding::

    De lege ruimte waar normaal gezien drankverpakkingen en bierbakken tot boven toe gestapeld staan.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Zwart, koud en zonder zjesten

Ik drink veel koffie, soms denk ik dat ik wel te veel koffie drink, maar kijk, het werd me nu eenmaal zo geleerd. Ik kreeg koffie op mijn vierde, ik wou er geen melk in. Op mijn veertiende gooide ik ook de suiker er uit omdat de dokter toen vertelde dat de puberacne van zoetigheid kwam.

Maar niet alleen dàt! Op schoolreizen kreeg ik het oude gebutste ijzeren kruikje mee, gevuld met koude koffie. En terwijl mijn klasgenoten aan de cola en de fanta zaten dronk ik koude koffie en deed alsof de geringschattende opmerkingen me niet raakten.

Toen ik het thuis aanhaalde zei mijn moeder dat cola en fanta voor kinderen met zjesten waren en dat er niks beter was om de dorst te lessen dan koffie en kouwe koffie was in de zomer nog veel en veel beter.

Zelf dronk ze botermelk en ik was blij dat ze dat niet in dat kruikske deed.

Gisteren vertelde Luc -die praktisch nooit koffie drinkt- dat hij een paar tassen koude koffie had gedronken, want -vroeg hij zich luidop af- wat moet een mens anders drinken met die hitte?

Ik bleef mijn hele leven koffie drinken, maar ik drink hem niet koud … of het zou een vergetelheid moeten zijn.

Het drinken deel I

Ik dronk al koffie vóór mijn vierde. Dat weet ik niet uit eigen herinnering. Maar we zijn op mijn vierde uit Antwerpen verhuisd en we hebben drie jaar in Lotenhulle gewoond, vooraleer we nog eens verhuisden en ik dààr in het nieuwe dorp zei: “Dit is weer van die lekkere koffie zoals in Antwerpen”. Dat feit herinner ik me wel, omdat iedereen met grote ogen had staan kijken dat ik dat nog wist.

Verder … wat dronk ik verder? Ik heb weet van glaasjes zo groot als een vingerhoed waar we bij het noeneten een half glaasje limonade in kregen.

En dan ’s avonds terug koffie bij de avondboterham.

In de drie jaar in Lotenhulle had ik van de dokter te horen gekregen, of beter mijn moeder, dat ik meer moest drinken omdat ik anders later last zou krijgen van nierstenen.

Ze schreef me in bij de Melkbrigade -ik die geen melk lustte- en ze betaalde voor schoolmelk, die ik gewoon in de bak liet staan.

Eens verhuisd verviel alles terug bij het oude en werd de melk -gelukkig maar- afgeschreven. Toen ik op mijn veertiende de eerste jeugdacné kreeg, zei de dokter zei dat ik suiker moest weren en biergistpillen moest nemen. Ook beweerde hij dat ik beter een biertje bij mijn eten zou drinken in plaats van limonade.

Ik haalde de suiker uit de koffie en dronk minder limonade. Dat bier kreeg ik enkel zo eens sporadisch, ’s avonds als mijn moeder samen met de kippen op stok was en ik met mijn vader nog naar een TV-programma voor school moest kijken.

Eens volwassen vond ik pilsbier helemaal niet lekker maar dronk het wel als ik uitging.

Eens getrouwd kwam er een glaasje wijn -of twee- bij het eten en op stap kon dat wel eens een speciaal bier zijn.

Maar ik bleef te weinig drinken.

Eens gescheiden dronk ik geen alcohol noch koffie meer maar liters en liters cola light. Ooit begonnen door de stress werd het een heuse verslaving.

Uiteindelijk heb ik ingegrepen, de cola verbannen om ’s morgens de dag te beginnen met een zjat koffie en gedurende de dag kruidenthee ging drinken.

Daar ben ik ook vanaf gestapt. Nu drink ik bij het opstaan een liter water om daarna verder te gaan met koffie en koffie en meer koffie en op de middag een glaasje wijn of een alcoholvrije Piedbœuf -maar dan wél de zoete- bij het eten.

Ik drink nu -denkelijk- voldoende al denk ik soms dat ik toch nog wat veel aan de koffie zit.

De koffie

Als je dan na een maand zonder Colruyt eindelijk terug gaat en beslist van maximum één keer per twee weken boodschappen te doen, de diepvriezers en de frigo volgestopt zitten en met elastiek worden dichtgehouden, de voorraadkast tegen openbarsten is beveiligd met ducttape, zegt Luc de daaropvolgende dag:

Zeg, de koffie staat in afslag in de Colruyt”.

Hij had eerst wel drie keer gecontroleerd of het deze keer wel de juiste koffie was, weet ge nog wel?

Allee hup, de koffievoorraad is dus aangevuld en om niet alleen maar om koffie te gaan bracht ik nog één en ander mee dat desgevallend nog wel bovenop de voorraadkast kan.

Ook bracht ik een pakske chocoladebroodjes mee. Ne mens moet toch iets hebben voor bij al die koffie …

Een herinnering … of twee

Er was eens … heel lang geleden, een klein kindje, ik. Een man kwam thuis, vraag me niet wie het was, dat weet dat kindje dat ik was helemaal niet (meer), zette zich aan tafel en nam zijn zjat zonder oor, nam zijn boterham -ik weet, bizar genoeg nog altijd dat er kaas tussen die boterham zat- en sopte die in zijn koffie en at. Als hij die boterham niet sopte, nam hij een hap en dan onmiddellijk een teug van de koffie.

Waarom zoiets onbenulligs me bijbleef is enkel te verklaren doordat ik dat zo een huiselijk tafereel vond.

Ik weet nog dat ik het later thuis eens probeerde met de nodige terechtwijzingen van mijn moeder als gevolg.

Een andere herinnering is die van mijn grootvader -hij verongelukte toen ik vier was- die, eveneens aan tafel gezeten, een klontje suiker nam, dat sopte in de koffie en dan de koffie uit het klontje zoog. Dat heb ik ook eens geprobeerd. Mijn moeder was er als de kippen bij maar ze moest niet bang zijn. Het zinde me zo niet. Ik was al niet erg suikergezind en het enige voedsel waar ik een suikerklontje bij haalde was een stengel rabarber.

Hebben deze herinneringen er voor gezorgd dat mijn eerste zjatten bij mijn trouwen geen oren hadden? Ik denk het wel.

Ik zag de zjatten zonder oren in de Kringloopwinkel en beide herinneringen schoten mij te binnen. Ik kocht ze niet, ik drink nu koffie uit zjatten met oren.

Maar weet je, soms, zo heel af en toe, sop ik mijn boterham in mijn koffie. En ja, ik kan daarvan genieten, zeker als er kaas tussen zit.

Een paar jaar terug maakte iemand de opmerking: “jij sopt je boterham in je koffie” waarop ik met een air van bemoei je met je eigen zaken antwoordde: “Ja. Is dat een probleem voor jou?”

Ze moeten niet bang zijn. Ik zal dat niet doen als ik ergens op visite ben of op een stijlvol feest. Maar daar krijg je meestal toch geen boterham.

Hoe (s)maak je (het) vandaag?

’s Morgens drink ik koffie en meestal smaakt de koffie gewoon naar koffie natuurlijk.

Maar het valt mij wel op dat de koffie op bepaalde dagen lekkerder smaakt dan anders zodat ik de hele dag constant aan de koffie zit. En dat terwijl ik op andere dagen eerder het gevoel heb dat ik olie zit te drinken en het spul voor de rest van de dag dan laat voor wat het is.

Waarom smaakt die koffie nu telkens anders?

De koffie zelf komt uit dezelfde verpakking, het is dus dezelfde koffie. Daar kan het eigenlijk niet aan liggen.

Het water komt uit dezelfde kraan en wordt met dezelfde waterkoker gekookt. Daar kan het eigenlijk ook niet aan liggen.

Mijn maag? Dat is toch altijd dezelfde maag. Daar zou het ook niet mogen aan liggen.

Eerst dacht ik dat het te maken had met het uithuizig zijn tijdens de evenementen, zodat ik dan die eerste dag(en) erna weer verkikkerd ben aan de koffie thuis. Dat klopt niet.

En dan ga ik na of het te maken heeft met uitgeslapen zijn of nog moe zijn, of andere factoren die de nood aan koffie kunnen vergroten of verkleinen. Maar dat is het ook niet.

Ik zal maar verder koffie drinken, misschien vind ik ooit eens het antwoord.

Koffie naar smaak

Wat ik me afvraag is waarom koffiemachines in de betere hotels er zo lang over doen om een tas koffie te maken terwijl je bij de Stayokay of een simpel hotelletje onmiddellijk resultaat krijgt.

Misschien worden de koffiebonen nog gemalen in die machines. Maar als de koffie dan niet beter is …

Page 1 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén